Gloed

Jan Starec - Own Work.
Geschatte leestijd: 2 minuten

Wanneer je de Hongaarse melancholie een gezicht zou moeten geven, komt dat van Sándor Márai (1900-1989) aardig in de buurt. Márai is de schrijver van Gloed, het boek dat geldt als best verkochte boek van een Hongaars auteur in Nederland. Henrik, de hoofdfiguur, verklaart hierin: ‘Op de belangrijkste vragen geeft de mens uiteindelijk met zijn leven antwoord. Het maakt niet uit wat hij tussendoor zegt, welke woorden en argumenten hij tussendoor aanvoert om zich te verdedigen. Aan het eind als alles voorbij is, geeft hij met de feiten van zijn leven antwoord op de vragen die de wereld zo hardnekkig aan hem blijft stellen.’ Gloed beschrijft het verloop van een avond waarin twee oude vrienden elkaar na lange tijd weer treffen en hun levens trachten te ontleden. Hoe hebben zij geleefd? Welke rol speelde vriendschap? En wat heeft de breuk in hun vriendschap veroorzaakt? De avond zal geen vervolg krijgen en beiden weten dit. Henrik voert het woord, de ander luistert en knikt af en toe instemmend.

Márai schreef Gloed in 1942, maar het is alsof je hem zijn eigen levensloop hoort voorspellen. Na de communistische machtsovername in 1948 zou hij het land verlaten omdat hij als ‘bourgeois schrijver’ geen toekomst meer zag in Hongarije. Márai zwierf door Zwitserland, Italië en Frankrijk om zich uiteindelijk in de VS te vestigen. Hier liet hij zich na de mislukte Hongaarse Opstand (1956) tot Amerikaan naturaliseren.

Tijdens het interbellum behoorde hij nog tot de meest vooraanstaande Hongaarse schrijvers, na 1945 raakte hij langzaam in de vergetelheid en leefde hij zeer geïsoleerd. Nooit zou hij meer een voet zetten op Hongaarse bodem. Zijn leven begon steeds meer te lijken op dat van zijn hoofdfiguren: teruggetrokken, aan verval onderhevig, schijnbaar zinloos. Zijn zelfgekozen einde op 88-jarige leeftijd in San Diego, kort na de dood van zijn vrouw, past in dit beeld. ‘Op een dag’, zo zegt Henrik in Gloed, ‘moeten wij degene verliezen van wie wij houden. Wie dat niet verdraagt, moet maar bezwijken, want hij is geen heel mens.’ Márai bezweek.

In 1948 wist Márai dat hij Hongarije moest verlaten om zijn individuele vrijheid te behouden, maar hij wist tevens dat hij altijd zou blijven terugverlangen naar een cultuur en levenswijze die definitief ten einde was. ‘Denk jij ook dat het leven geen andere zin heeft dan de passie, die op een dag ons hart, onze ziel en ons lichaam doordringt, en dan eeuwig blijft branden, tot de dood’, aldus Henrik aan het einde van Gloed.

Het is de vervlechting van Middeneuropese geschiedenis, grote stilistische gaven, scherpe psychologische inzichten, en de alom aanwezige melancholie, die het werk van Márai zo uniek, herkenbaar en aantrekkelijk maken. Helaas kwam de uiteindelijke erkenning voor Márai postuum en dus te laat. Enkele maanden na zijn overlijden, de Muur kraakte inmiddels in haar voegen, ontving Márai de Kossuth-prijs – de hoogste literaire onderscheiding in Hongarije. Vervolgens werd zijn werk ook in het Westen herontdekt en alom geprezen. De Nederlandse vertaling van Gloed liet even op zich wachten, maar de verschijning in 2000 was meteen een groot succes. Het werd door de Nederlandse boekhandelaren verkozen tot boek van het jaar. Vertalingen van zijn andere romans volgden snel zodat zijn voornaamste werk nu in het Nederlands verkrijgbaar is.

Grote schrijvers hebben de tijd.

Stefan van der Poel
Over Stefan van der Poel 22 Artikelen
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.