‘Ich bin nicht länger Holocaustclown’

Geschatte leestijd: 2 minuten

De dagboeken van Imre Kertész over de periode 2001-2009 zijn in het Duits verschenen en bieden een bijzondere kennismaking met deze Nobelprijswinnaar. De titel Letzte Einkehr geeft aan dat we niet meer hoeven rekenen op een vervolg. Het is mooi geweest, aldus Kertész. Daarbij lijdt hij aan Parkinson en gaat niet alleen het schrijven steeds moeilijker, ook zijn broek krijgt hij niet langer zonder hulp omhoog. Op verschillende plaatsen noemt hij deze aantekeningen dan ook Die Geschichte meines Todes of simpelweg Todestagebuch.

  • Door Stefan van der Poel

Dit dagboek biedt een aardig inzicht in de gedachtenwereld van de man en zijn voortdurende geworstel met zijn schrijverij. Dat Kertész zich weinig thuisvoelt in Hongarije wisten we al, maar hier wordt het nog eens heel expliciet gesteld: ‘Met Hongarije verbindt mij buiten de taal niets, geen solidariteit, geen liefde. Ik moet dit land verlaten.’ De Nobelprijs (2002) maakt het vertrek naar elders financieel mogelijk. Het wordt Berlijn. De stad die hem doet denken aan het Boedapest van zijn kindertijd, de tijd voordat hij als Jood naar Auschwitz werd versleept. De stad voelt als een thuis. Terwijl men hem in Hongarije ‘nooit heeft begrepen’ weet hij zich in Duitsland gewaardeerd.

De Nobelprijs opent ook andere deuren: uitnodigingen voor lezingen, toekenningen van ere-doctoraten, openingen van exposities, interviews – Kertész laat het zich allemaal graag aanleunen. Tegelijkertijd verwondert hij zich over de plotselinge aandacht en voelt hij steeds minder thuis in zijn rol als ‘Holocaustclown’.

Het dagboek toont ook de minder fraaie kanten van de gevierde schrijver. Zoals zijn asociale houding tegenover zijn vrouw en haar (klein)kinderen – het familieleven beschouwt hij als een drama. Maar ook zijn antipathie ten aanzien van liberale Joden die zich kritisch uitlaten over Israël verwoordt hij weinig zachtzinnig door ze consequent neer te zetten als ‘zelfhaters’. Iedere kritiek op Israël kan sowieso op geen enkel begrip rekenen. Elk vraagteken ten aanzien van de gevoerde Israelische politiek wordt afgeserveerd als ‘herlevend antisemitisme’. De woorden die hij zo nu en dan vuil maakt aan de Islam passen naadloos in het denken van populistisch-rechts. Nee, van die kant kenden we Kertész nog niet. En toch, en toch: spannende literatuur is het. Dat er nog een vervolg moge komen, desnoods zonder broek.

Stefan van der Poel
Over Stefan van der Poel 22 Artikelen
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.