Studeren tegen de vooroordelen in

Roemenie, school Roma bijscholing in Timisoara
Geschatte leestijd: 5 minuten

Statistieken over het onderwijs van Roma zijn om moedeloos van te worden. In Servië maken de meeste kinderen niet eens de basisschool af. Maar de paar jongeren die wel doorleren beginnen een aanstekelijke voorbeeldfunctie te krijgen.

 

  • Door Joost van Egmond

Dragana Memisević en Aleksandar Usković snappen elkaar. Beiden komen uit Niš, een stad in Zuid-Servië. Bovenal delen zij een Roma-afkomst. Ze kennen de discriminatie van hun bevolkingsgroep, en de zelfgekozen afzondering waarmee veel Roma die discriminatie beantwoorden.

Ze trekken veel samen op, op de campus in het provinciestadje Blace. Dragana studeert er voor douanier, Aleksandar doet informatietechnologie. Blace is een onwaarschijnlijke plaats voor een universiteit. De faculteiten hier zijn een brokstuk van de Servische Universiteit van Pristina, die na de afsplitsing van Kosovo zijn toevlucht zocht in naburige steden onder Servische controle. Het slaapstadje is weinig voorbereid op studenten, en al helemaal niet op Roma-studenten.

Van de 100.000 Roma in Servië ziet naar schatting iets minder dan één procent ooit een universiteit

Het is een understatement dat Roma zelden studeren. Een recente steekproef wees uit dat nog geen twintig procent van de Europese Roma überhaupt naar een middelbare school gaat. Die halen lang niet allemaal hun diploma. Van de minimaal 100.000 Roma in Servië doet naar schatting iets minder dan één procent ooit een studie.

Het overgrote merendeel voldoet aan het stereotype dat veel Serviërs van Roma hebben: nauwelijks opgeleid en slecht Servisch sprekend zijn ze werkloos of hebben ze de laagste baantjes, vaak in de informele economie. De meeste Serviërs hebben geen enkele ervaring met Roma in een officiële functie. Roma wassen autoruiten bij het stoplicht of sjacheren wat op de markt, dat somt de carrieremogelijkheden wel op.

Een zogenoemd ‘decennium van de Roma’ loopt op zijn einde, waarin vanalles is geprobeerd om jonge Roma op school te krijgen en te houden. Het ene programma is succesvoller dan het andere, maar wat overal de doorslag geeft is de motivatie van de jongeren zelf. Zij moeten het kunnen opbrengen om tegen de statistieken in te gaan en hun nek uit te steken. Zien zij het nut van scholing, dan kan een klein beetje hulp ze al heel ver brengen. Dat tonen Aleksandar en Dragana aan.

Dragana Memisević en Aleksandar Usković
Dragana Memisević en Aleksandar Usković

Aleksandar en Dragana worden dagelijks gepest over hun afkomst. Soms doen ze er zelf vrolijk aan mee. ‘Sommige van die youtube-filmpjes waarin Roma en hun accent belachelijk worden gemaakt zijn gewoon grappig’, zegt Dragana. Haar vaste bijnaam is ‘Dragganaaa’, met een overdreven Romani-accent, hoewel ze vloeiend Servisch spreekt. Ze laat het van zich afglijden. ‘Ik ben de enige Rom op mijn school, en ik had wat tijd nodig om te aarden. Maar onderhand beoordeelt iedereen me op wie ik ben.’

De tweeëntwintigjarige Aleksandar is een stuk blanker. Hij kan kiezen of hij wil vertellen dat hij een Rom is. ‘Mensen geloven het vaak niet eens als ik het zeg. Maar ik kan en wil mezelf niet veranderen. Ik ken te veel mensen die hun Roma-achtergrond ontkennen. Daar houd ik niet van. We hebben niets om ons voor te schamen.’

Ervaring met discriminatie heeft hij ondanks zijn lichte huidskleur genoeg. ‘Toen ik achttien was maakte mijn vriendinnetje het uit omdat haar ouders mijn afkomst niet zagen zitten’, zegt hij schamper. Hij kan er weinig mee. ‘Natuurlijk ben ik altijd bang dat zoiets weer gebeurt, maar ik moet uitgaan van mezelf en de dingen die ik wel onder controle heb.’

Die houding heeft ze het respect van hun medestudenten opgeleverd. Wandelend over de campus worden ze overal herkend en begroet. Hun aanwezigheid in Blace doet veel vooroordelen sneuvelen.

‘Mijn vader heeft nog steeds liever dat ik gewoon een baan zoek’

Dragana en Aleksandar hadden vanaf hun geboorte een streepje vóór in integratie op andere Roma. Beiden groeiden op in de stad, buiten de Roma-wijk. Ze hadden veel contact met de Servische samenleving; Aleksandar heeft een Servische moeder, Dragana’s grootmoeder trouwde na de dood van haar man met een Serviër. Het hielp hen om buiten de klassieke tweedeling te denken. ‘We hebben een andere mentaliteit dan de meeste Roma’, zegt Aleksandar.

Dat wil niet zeggen dat de route naar de universiteit makkelijk was. Ze kennen de armoede die zo veel jonge Roma tegenhoudt. Ze kregen voorrang voor een goedkope woonplek op de campus, anders was hun studie waarschijnlijk niet te betalen geweest.

‘Mijn vader heeft nog steeds liever dat ik gewoon een baan zoek’, zegt Aleksandar. ‘We hebben niet veel geld. Hij is werkloos en ik heb twee kleine zusjes. Mijn moeder heeft twee banen om ons allemaal te onderhouden. Maar deze armoede is tijdelijk. Als ik ben afgestudeerd wordt het beter en kan ik mijn ouders onderhouden.’

Belangrijker dan armoede is misschien wel de mentale barriere. Niet veel Roma geloven serieus dat een studie voor hen is weggelegd.

‘Mijn ouders zijn gescheiden en mijn vader woont nu in de Roma-wijk van Niš’, zegt Dragana. ‘Als ik daar kom merk ik dat ik anders ben. We gaan prima met elkaar om, maar als ik vertel dat ik op de universiteit zit kijken ze me met grote ogen aan. Jongeren daar zijn vooral bezig met jong trouwen en een familie krijgen.’

‘Ze denken niet na over hun toekomst. Ik plan drie jaar vooruit. Dan heb ik straks een beter leven, en kan ik mijn kind geven wat ik zelf niet had.’

‘Roma zijn vreemde mensen’, vult Aleksandar aan. ‘Ze zoeken altijd de makkelijkste weg. Money for nothing…’

‘Het leven heeft me geleerd om me niet bij mijn uitgangspositie neer te leggen’

Voor ambitieuze jonge Roma zijn Dragana en Aleksandar echter een lichtend voorbeeld. Op de school in Niš waar Roma-kinderen bijles krijgen kent iedereen hen. Hier zitten tieners die hun voorbeeld willen volgen.

‘Zonder school ben je niks’, zegt Uka Eljez, verbaasd dat hij het nog voor me moet uitspellen. Hij zit erbij als een doorsnee-knul van negentien. Onderuitgezakt speelt hij wat met de knopen van zijn leren jekkie. Maar hij volgt wel bijles wiskunde, en serieus ook.

Bijscholing voor Romakinderen in Niš
Bijscholing voor Romakinderen in Niš

Milica Petrović, de coördinator van de school, zag de afgelopen tien jaar een mentaliteitsverandering. Kinderen willen leren, en de argwanende houding van ouders tegenover de gevestigde orde wordt minder. ‘Veel families willen nu dat hun kinderen presteren op school. Ze zien het als de kans op een beter leven.’

Dragana en Aleksandar kwamen hier in hun middelbare schooltijd zelf, en als ze in het weekeind terugkomen uit Blace laten ze geregeld hun gezicht zien. Dragana houdt van haar voorbeeldfunctie. ‘Het leven heeft me geleerd om me niet bij mijn uitgangspositie neer te leggen. Ik vecht terug, en dat probeer ik over te brengen. Op school zeg ik altijd: ‘Als ik dit kan bereiken, kun jij nog veel verder komen.’ Sommigen begrijpen dat niet, maar anderen weer wel.’

‘Met wil en zelfvertrouwen kom je er altijd’, zegt Aleksandar stellig. ‘Niet dat ik zoveel vertrouwen heb ik de maatschappij, maar ik ben vastbesloten om wat van mijn leven te maken. Natuurlijk is het moeilijker om een baan te vinden als je Rom bent, maar moeilijke omstandigheden houden mij niet tegen. Ik heb uiteindelijk dezelfde kansen in het leven als ieder ander. Echt.’

Gebaseerd op interviews in de afgelopen drie jaar. Delen van dit artikel verschenen eerder in dagblad Trouw.
Joost van Egmond
Over Joost van Egmond 49 Artikelen
Joost van Egmond is journalist. Hij publiceerde ondermeer bij de NOS, Trouw, Time magazine, Nieuwsuur, Vrij Nederland, de Groene Amsterdammer en Bloomberg. Joost woonde en werkte in Belgrado van 2010 tot 2015. Sindsdien treedt nog wel een op als deskundige hier en daar. Schreef het hoofdstuk over Joegoslavië en Albanië voor Het Oostblokbloek (Nieuw Amsterdam 2014). Stookt zijn rakija zo veel als mogelijk zelf.