Voorbeeldland Bulgarije?

Geschatte leestijd: 13 minuten

De chauffeur stuurt zijn zilverkleurige Mercedes naar het midden van de snelweg om de grote plassen aan de zijkanten te vermijden. Dat kan gemakkelijk, want hier, op de E87, die van het Turkse Edirne naar de Bulgaarse grens loopt, is geen auto te zien. Een paar kilometer verderop ligt Malko Tarnovo, de grensovergang met Bulgarije. De witte slagbomen zijn nog net zichtbaar in de grijze mist. Ze gaan open voor een enkele Bulgaar die in Turkije goedkoop boodschappen heeft gedaan. Verder is het opmerkelijk stil.

Door Hellen Kooijman

Dit is een geactualiseerde bewerking van een artikel dat in november 2015 verscheen in De Groene Amsterdammer. De foto’s zijn van de Bulgaarse fotografe Nadezhda Chipeva.

Stortregen

Vluchtelingen waren eigenlijk nooit een onderwerp in Bulgarije. Het kleine Balkanland kreeg nog geen duizend asielaanvragen per jaar. Dat veranderde in 2013 toen ineens een stroom van 10.000 mensen vanuit Turkije de grens overstak. De Bulgaarse regering wist niet wat te doen. In haast werden opvangcentra ingericht, vaak in vervallen schoolgebouwen die al tientallen jaren leeg stonden. Mensen moesten in koude gangen slapen, zonder stromend water of elektriciteit.

Na een stortregen aan klachten, van de Europese Commissie en mensenrechtenorganisaties die de opvang mensonwaardig vonden en van Bulgaarse burgers die zich afvroegen wat het arme Bulgarije in godsnaam met die vluchtelingen moest, besloot de regering in te zetten op twee sporen. Met financiering van de EU, die 5,6 miljoen Euro gaf, werden nieuwe opvanglocaties ingericht of gerenoveerd en kwam er medische en psychologische ondersteuning.

Drie meter hoog hek

De autoriteiten begonnen tevens in oktober 2013 met het plaatsen van een drie meter hoog hek en het uitrollen van metersbrede rollen prikkeldraad langs de meest poreuze grensovergang van Turkije naar Bulgarije. Binnen twee maanden was de eerste dertig kilometer klaar. Aan nog eens 132 kilometer wordt gewerkt. Sinds afgelopen zomer staan er langs een deel van de grens high tech apparatuur, videobewaking, infrarood camera’s en zijn er sensoren in de grond bevestigd die bewegingen registreren.

Vluchtelingen In Ljubimets
Vluchtelingen In Ljubimets

De strenge grensbewaking valt in goede aarde bij een groot deel van de Bulgaren. Ze worden opgejut door de Bulgaarse media, die het op een enkele krant na hebben over ‘illegale migranten’ en ruim baan geven aan nationalistische xenofobe partijen die schreeuwen dat er onder de vluchtelingen veel IS-strijders en criminelen zitten. In de herfst deed de Bulgaarse orthodoxe kerk daar een schepje bovenop. ‘Laat geen moslims meer binnen, dit wordt een invasie’, zo verzocht de kerk de regering.

Bulgaren zijn bang. ‘Die jonge mannen komen om Europa te islamiseren’, zegt Georgi Fesjev (49), in het normale leven visser in de Bulgaarse badplaats Tsarevo, aan de Zwarte Zeekust, momenteel even chauffeur. De kleine energieke Bulgaar trapt het gaspedaal van zijn Mercedes nog eens flink in. Ook hier, in Bulgarije, op de meanderende B-weg is geen mens te bekennen. De regen valt nu met bakken uit de hemel. Donkere wolken hangen over de eindeloze donkergroene loofbossen die zich naar links en rechts uitstrekken. Fesjev verheft zijn stem. ‘En er zitten er een hoop profiteurs onder die vluchtelingen. Waarom willen ze anders allemaal naar het westen?’

Fesjev verwoordt wat veel Bulgaren denken. Volgens verschillende onderzoeken, waaronder een grote van onderzoeksbureau Alpha research dat een onderzoek deed onder 800 Bulgaarse burgers vindt meer dan 60 procent dat de vluchtelingenstroom een gevaar voor Bulgarije is. En 83 procent meent dat de grensbewaking nog strenger moest.

Er was dan ook weinig kritiek in eigen land toen premier Boyko Borissov midden september besloot om het leger in te zetten bij de bewaking van de Turks-Bulgaarse grens. Sindsdien patrouilleren honderden soldaten samen met collega’s van de grenspolitie tussen de grensovergangen van Lesovo en Kapitan Andreevo, het deel waar voorheen de meeste vluchtelingen Bulgarije binnen wilden. De patrouilles zijn er tot juli 2016. Dan moet de rest van het ijzeren hek afgebouwd zijn. Eind maart gaf premier Boyko Borissov aan ook een hek neer te zetten op de grens met Griekenland. Want, zo vreest de regering, Bulgarije zou ook vanuit Griekenland weleens een nieuwe route kunnen worden naar West-Europa, nu de grens met Macedonië op slot zit.

De maatregelen werpen hun vruchten af. Want terwijl buurlanden Griekenland en Macedonië 80 tot 100.000 vluchtelingen te verstouwen kregen, kwamen er officieel in Bulgarije in 2015 maar 19.000 binnen. Voor 2016 worden er nog minder verwacht. ‘Bulgarije heeft het proces onder controle’, aldus de Bulgaarse minister van Buitenlandse Zaken.

Halve verhaal

Toch is dat slechts het halve verhaal. Alleen al tot augustus vorig jaar – toen het nog warm weer was – waren er volgens cijfers van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR 65000 pogingen om Bulgarije binnen te komen. Dat dit niet lukte, kan grotendeels op conto geschreven worden van de Turkse politie, die deze mensen tegenhielden voordat ze de Bulgaarse grens bereikten.

Er is nauw contact tussen de Bulgaarse en Turkse grenspolitie. ‘Het gebied dat vanaf de Bulgaars-Griekse grens tot Lesovo loopt is vrij’, zegt Boris Tsjesjirkov van de UNHCR. ‘Videobewaking is daar zeer effectief. De Bulgaarse grenswachten zien al van zo’n zeven kilometer afstand bewegingen. Ze kunnen de Turkse autoriteiten waarschuwen, zodat die vluchtelingen kunnen onderscheppen.’

Lora Ljoebenova, woordvoerster van de hoofdafdeling van de Bulgaarse grenspolitie, legt het doel van deze strenge grensbewaking uit. ‘We willen vluchtelingen niet de gevaarlijke tocht door de bergen en bossen laten nemen, en niet laten betalen aan smokkelaars. We willen dat ze gewoon asiel aanvragen bij de grensovergangen.´ Bulgarije heeft immers in de wet verankerd dat iedereen die dat wil asiel mag aanvragen. Het land ondertekende evenzo de VN-conventie van Geneve; het mag dan ook asielzoekers die het risico lopen vervolgd te worden niet uitwijzen of terugsturen. Waarom is het dan toch zo curieus stil aan die grenzen? ´U weet ook dat niet iedereen die de grens over wil, een vluchteling is’, aldus Ljoebenova. ‘Velen van hen willen geen asiel in Bulgarije, maar ‘illegaal’ door Bulgarije reizen om zo in andere EU-landen te komen, zonder hun identiteit te geven. Als buitengrens van de Europese Unie kunnen we dat niet toelaten.’

Inderdaad wil bijna geen enkele vluchteling blijven in dit armste EU-land, waar het gemiddelde loon 400 euro per maand is en de werkloosheid hoog. Bulgaren trekken zelf massaal naar het buitenland, met name het westen – in de afgelopen 25 jaar waren dat er meer dan 1 miljoen. Voor vluchtelingen is het nog ingewikkelder een fatsoenlijk bestaan op te bouwen.

foto 3 spread

Bulgarije heeft namelijk ‘zero integratiebeleid’, zoals Tsjesjirkov van de UNHCR het noemt. Nadat vluchtelingen een status hebben gekregen, staan ze vaak letterlijk op straat. Ze mogen eigenlijk niet meer in een AZC wonen, maar zijn verplicht een huurwoning te zoeken. Het Bulgaarse Rode Kruis betaalt de huur zes maanden lang. Maar daarbij gaat het enkel om de kale huur. De overheid geeft verder geen enkele financiële ondersteuning, zorgt niet voor taallessen, voor toeleiding tot werk. Vluchtelingen moeten de kosten voor huis en haard zelf ophoesten.

In de truck

Ahmed Yousef (21) spaart liever voor een reis naar Duitsland. Yousef – klein, goedlachs – komt uit Al-Malikiyah, een Syrisch stadje bij de Turks-Irakese grens. Hij studeerde in Homs, maar toen daar de oorlog losbarstte, trok hij weer bij zijn ouders in. Qua oorlogsgeweld is het daar relatief rustig, zegt hij. ‘Maar er is om de haverklap geen elektriciteit, geen water. Iedereen is bezig met overleven. Ik heb daar geen toekomst.’ Twee jaar geleden besloot hij daarom om naar Istanbul te gaan, om daar zwart te werken in de horeca en te sparen voor een reis naar Europa. Dit voorjaar klom hij met acht anderen, waaronder zijn broer en twee neefjes, in een truck naar Bulgarije.

Nu zit hij in AZC Voenna Rampa, een voormalig schoolgebouw aan de uiterste rand van Sofia. De muren zijn onlangs in lichte kleuren geverfd. Buiten, op het plein, staan wat speelrekken. Vaders vangen hun van plezier kirrende peuters op aan het uiteinde van een kleine glijbaan. Binnen in het schoolgebouw hangt aan het einde van de gang een half kapotte spiegel aan een lichtgroene muur. Ervoor zit een man met ingezeept hoofd. Zijn ‘kapper’ zwaait luid pratend met een schaar boven diens hoofd. Overal klinkt luid Arabische muziek.

Op zijn slaapkamer wil Yousef niet zitten. Daar slapen ook nog vijf anderen. Maar in een van de klaslokalen zijn twee stoelen vrij. Het is er koud, maar hij wil niet klagen. Ook niet over het feit dat de financiële ondersteuning die elke vluchteling tot voor kort kreeg van de Bulgaarse staat: 65 leva per maand – 32,50 euro – onlangs is omgezet naar ondersteuning in natura: een bed en twee maaltijden per dag. ‘Echt niet te eten’, lacht hij.

Toch heeft de Syriër het zeker niet slecht in Bulgarije. Er zijn tal van vrijwilligers, bovenal buitenlandse, maar ook Bulgaarse, die in het AZC helpen en hij maakte al best veel vrienden. Desondanks wil ook hij weg. ‘Naar Heidelberg’, zegt hij dromerig. Om te studeren. Kan dat niet in Bulgarije dan? ‘Nee, ik spreek geen Bulgaars. Bovendien zijn de universiteiten hier slecht.’ Hij denkt even na, zegt dan; ‘Soms bedelen hier zigeunerkinderen aan de poort. Die denken dat wij heel rijk zijn. Dat zijn we niet, maar misschien wel rijker dan zij.’

Verhalen als deze doen veelvuldig de rondte onder vluchtelingen en op sociale media. Bulgaarse media berichtten al in 2014 over een ‘wegwijzer voor vluchtelingen’ die op een Syrische veel bezochte website zou staan. Bulgarije stond er bovenaan de zwarte lijst van landen waar je als vluchteling beter met een grote boog omheen reist. ‘Om door Bulgarije te reizen moet je maanden uittrekken. De omstandigheden in Bulgarije zijn bovendien mensonterend, de Bulgaren zijn een racistisch volk en als vluchtelingen de grens overkomen worden ze meteen in gevangenissen gestopt’, aldus de tekst.

Gevangenissen

Met ‘gevangenissen’ worden de verdeel- en detentiecentra genoemd. Sinds 2013 zijn die wereldwijd berucht. Omdat er geen beleid en opvangcapaciteit was, zaten hele gezinnen er als dierentuindieren achter tralies. Anno 2016 lijkt het er niet veel beter op geworden. ‘Lijkt’, want geen journalist is er binnen geweest. En ook mensenrechtenorganisaties en zelfs het Bulgaarse Rode Kruis krijgen er maar mondjesmaat toegang toe. De Nederlandse studente Sociale Geografie Anne-Ruth van Leeuwen deed een onderzoeksstage bij de UNHCR en ving wel een glimp van hun omstandigheden op. Ze was ontdaan van wat ze zag. Vooral in het verdeelcentrum in het zuidoostelijke stadje Elhovo waren de omstandigheden belabberd. In Elhovo verblijven families en de mannen in dezelfde – te kleine – ruimtes. Het was er niet schoon en er was te weinig was- en toiletgelegenheid voor de hoeveelheid mensen.’ Ze zag er ook kinderen.

Toch komt zowat elke vluchteling in deze centra terecht. Volgens Artikel 279 van de Bulgaarse strafwet begaat namelijk elke vreemdeling die Bulgarije binnenkomt zonder de juiste documenten of via irreguliere grensovergangen een misdrijf. Ze zijn ‘illegaal’ en dus strafbaar. Ook als ze asiel aanvragen. Tsjesjirkov schudt zijn hoofd. ‘Asiel zoeken is een mensenrecht, geen misdrijf. Mensen die oorlog en vervolging ontvluchten verdienen het niet gestraft te worden.’ Toch arresteert de Bulgaarse politie elke ‘illegale migrant’ die ze tegenkomt en registreert ze. In verdeelcentrum Elhovo worden ze extra ondervraagd door de Staatsveiligheidsdienst. Vluchtelingen die vervolgens asiel aanvragen, kunnen naar een van de zes open AZC’s. Willen ze dat niet of worden ze anderszins niet geschikt bevonden, dan komen ze terecht in een van de detentiecentra, in feite gevangenissen. De meesten kiezen daar eieren voor hun geld en vragen toch asiel aan, zo weet Tsjesjirkov.

Fingerproblem

Eenmaal gepakt, ontkomen ze niet aan wat vluchtelingen zelf The fingerproblem noemen. Het is wat ze koste wat kost willen vermijden en de belangrijkste reden om niet in aanraking te komen met de Bulgaarse politie. Eenmaal geregistreerd kunnen ze namelijk teruggestuurd worden naar Bulgarije volgens de Dublinverordening.

In het park achter de moskee in hartje Sofia zitten drie jonge jongens gehurkt onder een boom. Ze komen uit Afghaanse provincie Nangarhar en hebben elkaar hier in een AZC leren kennen, zo vertellen ze in gebroken Engels. Rasheed Khan (19), halflang haar, witte sokken in stoffige leren slippers gestoken, vluchtte een jaar geleden naar Bulgarije. Vanaf daar maakte hij de oversteek naar Oxford, Engeland. Maar de politie vatte hem in de kraag en zette hem weer uit naar Bulgarije. ´En nu zit ik hier weer´, grijnst hij gelaten.

Zoals Rasheed zijn er maar een paar honderd gevallen. Volgens cijfers van het Staatsagentschap voor Vluchtelingen zijn er in 2015 niet meer dan 250 personen teruggestuurd naar Bulgarije. De meesten uit Oostenrijk. Vier vanuit Nederland. Veelal gaat het om Afghanen en Irakezen. Er is een clausule die bepaalt dat vluchtelingen niet teruggezet hoeven te worden als het land van registratie niet veilig is. Veel landen leveren vluchtelingen dan ook niet uit Bulgarije. Maar je weet het maar nooit. Zelfs het gedroomde Duitsland zette er dit jaar nog een stuk of twintig op het vliegtuig.

Registratie is ook op een ander front linke soep. Alle ‘illegale vreemdelingen’ zijn bij binnenkomst strafbaar. Maar omdat zij mogelijk asielzoeker zijn en dus in theorie welkom, krijgen vluchtelingen bij ‘illegale’ binnenkomst niet meteen een effectieve, maar een voorwaardelijke straf opgelegd. Als ze echter een tweede keer gepakt worden aangehouden bijvoorbeeld bij een poging om Bulgarije weer te verlaten via de Servische grens, kan die straf omgezet worden in een effectieve gevangenisstraf. Tsjesjirkov: ‘Twee jaar geleden arresteerde de grenspolitie een Syrische moeder met vier kinderen bij de Servische grens. Ze was daarvoor al aangehouden toen ze Bulgarije probeerde in te komen. Die moeder zat meer dan een jaar vast in de vrouwengevangenis.’ In theorie kun je die straf omzeilen door meteen asiel aan te vragen, gewoon direct bij binnenkomst aan de grens.

Toch is ook dit in praktijk vaak geen optie. Yousef probeerde meerdere malen legaal Bulgarije binnen te komen. In maart van 2015 stapte hij in de trein van Istanbul naar Bulgarije. ‘Maar die trein reed maar niet.’ Hij deed daarna drie andere pogingen de grens over te komen. Eerst via de laadbak van een vrachtwagen. ‘Maar de chauffeur kwam erachter dat wij erin zaten en belde de Turkse politie.’ Daarna nogmaals per trein. ‘Die bleef wederom staan’. De keer erop wilde hij de grens lopend oversteken: ‘Maar elke keer als we de grens naderden zagen we politie, dus gingen we maar weer terug.’

De keer daarop lukte het hem wel om te voet Bulgarije in te komen. ‘We liepen twee dagen lang in de bossen rond. Maar daar werden we gepakt door de Bulgaarse politie en die bracht ons weer terug naar Turkije.’ Het blijkt ook uit reportages van Bulgaarse journalisten van kwaliteitskrant Kapital, die anoniem met grenswachten praatten; Bulgaarse grenswachten houden regelmatig vluchtelingen aan, bellen de Turkse politie, die ze dan ophaalt en ze in Turkije weer vrij laat. Hoeveel van deze push backs er plaats vinden, wordt natuurlijk onder de pet gehouden, want strookt niet met de verdragen die Bulgarije heeft getekend. Tsjesjirkov: ‘Bulgarije is verplicht om asielzoekers op zijn gebied toe te laten’.

Voenna Rampa 1Voor vluchtelingen zijn de push backs een reden om zo diep mogelijk het land in te komen. Opgefrommeld in de laadbak van een vrachtwagen, zoals het Yousef uiteindelijk wel lukte. Of in een personenauto. Er zijn auto’s onderschept waar zeventien mensen in zaten; mannen, maar ook vrouwen en kinderen. Smokkelaars droppen de vluchtelingen meestal een flink stuk achter de grens. Regelmatig stuitten ze op de intensief patrouillerende Bulgaarse grenspolitie. En al heeft niet iedereen daar slechte ervaringen mee. ‘Ze waren heel vriendelijk’, zegt Yousef. Er zijn diverse incidenten geweest, die het imago pikzwart kleurden. In maart van dit jaar vonden twee Irakese jezidische mannen de dood. Ze zouden bij binnenkomst in Bulgarije hardhandig zijn geslagen door Bulgaarse grenswachten die hen daarna de grens met Turkije weer overzetten. De twee mannen overleden op Turkse grond aan zware verwondingen en onderkoeling. Een derde werd in kritische toestand naar het ziekenhuis in Edirne gebracht.

In oktober 2015 raakten 54 vluchtelingen uit Afghanistan slaags met drie Bulgaarse grenswachten onder een brug bij Djoelevo, op circa 100 kilometer van grensovergang Malko Tarnovo. De Afghanen, tussen de twintig en dertig jaar oud, stonden er te wachten op smokkelaars en zouden erg agressief gereageerd hebben op de drie grenswachten. In paniek zou een van hen in de lucht hebben geschoten om ze rustig te krijgen. De kogel ketste echter af tegen de brug en drong door tussen de schouders van een van de mannen. Die overleed op weg naar het ziekenhuis. De grenswacht werd niet gearresteerd. In beide gevallen zijn er, ondanks het hameren daarop van onder meer de UNHCR, nog steeds geen grondige onderzoeken geweest.

Nieuwe corridor

Door de strenge grensbewaking in het zuidwesten, tekent zich een nieuwe corridor af, een route rondom de grensovergang Malko Tarnovo door de dichte bossen van Strandzja, een natuurreservaat met hellingen van bijna 90 graden. Een levensgevaarlijke route, weet Tsjesjirkov. Vooral de winters kunnen in Bulgarije onbarmhartig koud zijn, met vriespunten ver onder nul. In februari vroren een meisje en een vrouw dood in ditzelfde grensgebied. Ze maakten deel uit van een groep van 19 vluchtelingen die uit Irak en Afghanistan zeiden te komen.

Voenna Rampa 2De UNHCR krijgt ook in minder koude tijden ‘distress calls’. Tsjesjirkov: ‘Dat zijn telefoontjes, nogal eens van families met kleine kinderen, die zijn achtergelaten door smokkelaars en niet weten waar ze zijn. Hun water en voedsel raakt op, en tegen de tijd dat ze ons bellen zijn ze al in een behoorlijk wanhopige situatie.’ De UNHCR alarmeert vervolgens de Bulgaarse politie, waardoor de vluchtelingen juist in handen vallen van degenen waar ze voor uitwijken. ‘Wij zijn niet in de positie, noch hebben we de mankracht om te helpen.’

Inmiddels heeft zich ook een heuse anti-vluchtelingen Burgerwacht opgericht. Een groep Bulgaren onder leiding van ‘vluchtelingenjager’ Dinko Valev filmde in februari van dit jaar met zijn mobieltje een groep van twaalf Syrische mannen, drie vrouwen en een kind die hij had aangehouden. In april doken er filmpjes op van een groep Afghanen die door Bulgaarse burgers met de handen op de rug vastgebonden waren en die op de grond moesten gaan liggen.
Officieel veroordeelt Bulgarije deze acties. Maar ook hier wordt dubbel spel gespeeld. Want in april kende de grenspolitie een prijs toe aan een groep van vrijwillige ‘grenswachten’ die 23 vluchtelingen aan de Turkse grens hadden tegengehouden.

Welwillende burgers

Toch is zeker niet iedere Bulgaarse burger het met deze werkwijze eens. Georgi Fesjev wil wel wat rechtzetten. Want al mogen Bulgaren dan bedenkingen hebben bij al die vluchtelingen, ‘als we ze tegenkomen helpen we natuurlijk. Het blijven wel mensen.’ Hij houdt zijn handen los van het stuur en tikt een nummer in op zijn smartphone.

Nog geen uur later vertelt Ilja Jazov (47) over zijn ontmoeting met een Afghaanse jongen. Jazov, een grote stevige man, werkt als boswachter in de bossen rondom zijn geboortedorp Kosti, een afgelegen gehucht diep in het Strandzja gebergte. ‘Eind augustus parkeer ik daar tegen de avond mijn auto, zie ik ineens een jongen staan van een jaar of 24. Ik dacht “dat is er een van ons, een zigeunertje”. Maar hij riep naar mij “Bulgaria, Bulgaria.” Lijkbleek, hij trilde helemaal en klappertandde. “Taliban, Taliban”, zei hij. En “mother”. Daarna maakte hij een gebaar van kop afsnijden. Ik begreep dat hij getrouwd was en twee kinderen had. Ik gaf hem wat te drinken en eten. Toen belde ik de politie. Die kwam, en sloegen hem meteen in de boeien.’ Jazov valt ineens stil, zegt dan hevig geëmotioneerd: ‘Ik kon de hele nacht niet slapen. Die arme jongen. Zo ver weg, zo moe en hongerig. Ik weet niet of ik de politie had moeten bellen.’ Hij zucht diep. ‘Maar wat had ik anders moeten doen?’

Blijvend probleem

Vluchtelingen zullen blijven proberen om door Bulgarije naar West-Europa te reizen. Blijkbaar loont het. Ook Yousef werd gewaarschuwd toen hij nog in Turkije zat. ‘Turkse mensen zeiden: ga niet naar Bulgarije. Daar word je vermoord. Of je verdwaalt in de bossen, vriest dood.’ Hij ging wel. ‘In die tijd was de grens tussen Griekenland en Macedonië gesloten. Ik vond het te riskant om over zee te gaan.’ Bovendien was die route destijds ook duurder. 4000 tegen 2000 dollar per persoon. Wat ook meetelde was het vertrouwen dat hij had in ‘zijn smokkelaar’. In Turkije, zo vertelt hij, ‘kun je je geld vast laten zetten. Lukt de oversteek, dan krijg je je geld terug, als je tenminste een ‘betrouwbare’ smokkelaar hebt.’ Hij lacht. ‘Ik had wel vertrouwen in hem, voor zover dat mogelijk is natuurlijk.’

En uiteindelijk, zo zegt hij laconiek. Kom je ook wel weer weg uit Bulgarije. ‘Al duurt het misschien wat langer.’ De cijfers lijken hem gelijk te geven. Van de meer dan 11.000 asielaanvragen die in 2015 zijn gedaan, werd meer dan de helft halverwege afgebroken. Die mensen zijn waarschijnlijk allemaal al in het buitenland. Ze hebben valse paspoorten gekocht, wisten de Bulgaarse grenspolitie om te kopen. Of troffen een smokkelaar in Sofia die ze wel de Servische grens over kreeg.

Hellen Kooijman
Over Hellen Kooijman 5 Artikelen
Drs. Hellen Kooijman studeerde Oost-Europese Studies en Culturele Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Hellen is freelance journalist. Ze maakte radiodocumentaires voor de Humanistische Omroep (HUMAN) en schrijft artikelen en interviews voor kranten en tijdschriften. Haar specialisatie is Bulgarije, waar zij kind aan huis is geworden. In 2006 verscheen haar boek In Bulgarije. Een vertwijfelde natie op weg naar Europa. Hellen was samensteller van Het Oostblokbloek (Nieuw Amsterdam 2014). Ze was hoofdredacteur van Donau van 2012 tot 2016 en redacteur van 2017-2022.