Bohumil Hrabal Lieve Dubenka Pegasus 2015, 31 pagina’s € 14,50
‘Neemt u mij niet kwalijk, u bent helemaal niet de Grote Schrijver, maar gewoon meneer Hrabal’.
De ‘Grote Schrijver’ Bohumil Hrabal was in 1991 een oude man, die heen en weer reisde tussen Praag en zijn buitenhuis, waar zijn katten op hem wachten. Dat is het beeld dat opstijgt uit brieven over zijn dagelijks leven van maart, mei en augustus 1991, zes jaar voor zijn dood. Hierin fulmineert hij tegen de mensen die iets van hem willen als bekende schrijver en schiet heen en weer tussen het aanhalen van filosofen en Latijnse frases naar beschrijvingen van zijn poezen en het wel en wee in zijn stamkroeg.
Recensie door Christie Miedema
De brieven waren gericht aan de Amerikaanse studente April Gifford, die door Hrabal naar het Tsjechische woord voor april (duben) Dubenka werd genoemd. Kees Mercks, die de brieven vertaalde en van noten en een nawoord voorzag, beschreef hoe Hrabal in de zes dagen dat ‘Miss April’ in Praag verbleef stapelverliefd op haar werd en brieven aan haar schreef die hij nooit verstuurde. Drie van deze brieven zijn nu samengevoegd in deze beperkte oplage in de kenmerkende stijl van Midden- en Oost-Europa-uitgeverij Pegasus.
Mercks is in zijn nawoord eerlijk over de soms kritische ontvangst van de inhoud van het boekje: ‘Over deze nooit verstuurde brieven aan Dubenka wordt wel gezegd dat ze warrig zijn en dat de passages over de poezen sentimenteel zijn’ (p.31). Zelf brengt hij daar tegenin dat de zorg voor zijn poezen Hrabal in zijn laatste jaren op de been hield en dat zijn warrigheid juist hoort bij zijn spontane schrijfwijze en kenmerkende ‘monologue interieur’. De vraag is of de brieven überhaupt verdediging behoeven. Het feit dat deze private schrijfsels gepubliceerd zijn en vervolgens bekritiseerd worden, geeft alleen maar extra inhoud aan Hrabals verzuchtingen over het leven als veelgevraagd schrijver.
Natuurlijk zijn dergelijke persoonlijke ontboezemingen aan een onbereikbare liefde vaak sentimenteel, evenals warrig en soms platvloers of juist weer onnodig intellectualistisch. Tegelijkertijd bieden ze een voyeuristisch inkijkje in het leven van de, inderdaad, beroemde schrijver. Voor liefhebbers van de werken van Hrabal, zoals Zwaarbewaakte treinen of het prachtige Al te luide eenzaamheid, bieden zijn schrijfstijl en wilde associaties vooral een feest van herkenning. Hij beschrijft zijn eigen dagelijks leven even absurdistisch en van de hak op de tak als het leven van zijn hoofdpersonen en verzandt in vergelijkbare redeneringen. Zo versmelt de oude bekende schrijver Hrabal voor de lezer met zijn eigen creaties en worden zijn sentimentele brieven en soms onsamenhangende brieven een fascinerende aanvulling op zijn fictie.