Joanni Yamazaki (21) steunt de protestmarsen in de Bulgaarse hofstad Sofia. Net als duizenden anderen wil hij dat de huidige regering van premier Boyko Borisov (61), die zijn derde ambtstermijn ingaat, opstapt. Want die is ‘corrupt, niet-democratisch, en wordt in stand gehouden door steenrijke oligarchen, waarvan de meest beruchte Delyan Peevski is, politicus uit het kamp van de DPS, de beweging voor Recht en vrijheid, waar vooral de Turkse minderheid in Bulgarije op stemt.
De vraag is of de regering Borissov gaat aftreden. Een motie van wantrouwen heeft het kabinet al overleefd. Bovendien is het niet het eerste protest tegen de corrupte Bulgaarse machthebbers. In 2013 gingen eveneens duizenden Bulgaren de straat op. Vier mensen staken zichzelf in brand. Tegen de macht, de armoede en het lot van de gemiddelde Bulgaar die, als inwoner van de armste EU-lid, het moet doen met een salaris van 350 euro. In 2013 hielp het geen sikkepit.
Bulgaarse diaspora
Vermeend redder in nood is deze keer Hristo Ivanov (45), de leider van Da, Balgarija (Ja, Bulgarije) Ivanov, voormalig minister van Justitie in het eerste kabinet van Borissov, stapte uit dit kabinet in december 2015. Begin 2017 richtte hij Da Balgaria op. Ivanov wil een diepgaande verandering van het Bulgaarse rechtssysteem rechterlijke macht dat mafiosi en corrupte politici de hand boven het hoofd houdt. Da, Balgaria deed mee in een coalitie met onder meer De Groenen aan de parlementsverkiezingen van 2017, maar kwam niet boven de kiesdrempel van 4 procent uit. Opvallend is dat een groot deel van de stemmers op Da, Balgaria diaspora-Bulgaren zijn. En daar wringt een schoen. Sinds de val van het communisme in 1989 zijn meer dan 2 miljoen Bulgaren naar het buitenland – lees het westen – geëmigreerd. En nog steeds gaan er meer Bulgaren weg dan dat er terugkomen. Zeker de helft van Joanni’s klasgenoten van zijn gymnasium in Sofia zit inmiddels in het buiteland. En Joanni zegt wat velen denken: ‘veel weldenkende mensen verdwijnen naar het buitenland. Hier blijven alleen degenen met ‘vrazki’, ofwel contacten waar je mee verder komt.’
Ook demograaf en gevierd romanschrijver Georgi Bardarov, zegt dit. Vooral van de groep hoger opgeleide Bulgaren in de leeftijd dat men politiek gaat bedrijven, tussen de 30 en 60, nam de benen. De eerste golf was begin jaren 90, in de tijd dat het communisme in andere Oostbloklanden vervangen werd door meer democratischer denkende politici, maar in Bulgarije de socialistische partij nog steeds aan de touwtjes bleef trekken. ‘De omstandigheden waren dermate slecht, politiek en economisch, dat een groot deel van het actieve deel van het goed opgeleide, actieve denkende deel van de bevolking naar het buitenland ging’, aldus Bardarov. Volgens de wetenschapper kwam dat de machthebbers goed uit, zouden ze zelfs die uitgaande golf heimelijk bejubeld hebben. ‘Het is gemakkelijker om een volk te besturen en te manipuleren dat arm, laag opgeleid en bang is. Gemakkelijker om een straatarme Roma-zigeuner 20 leva te geven (een tientje) voor zijn stem dan de stem te winnen van een actieve, slimme student.’
Weinig verandering
Bulgaren in de westerse diaspora zijn onder meer om deze redenen niet meer terug te lokken naar hun vaderland. Bozhidar Konstantinov verhuisde begin jaren negentig vanuit Sofia naar Amsterdam. Hij is nog steeds politiek zeer geëngageerd. In 2013 vloog hij speciaal vanuit Amsterdam naar Sofia om mee te doen aan de protesten. Hij stemt altijd. Inderdaad, de laatste keer op Da, Balgaria. Ook hij wijst op de vrazki: het systeem van vriendjespolitiek dat nog altijd prevaleert boven een democratische samenleving waarbij kwaliteit van een persoon cruciaal zijn. Volgens Bozhidar, stamt het vrazki-systeem uit de communistische tijd. En is eigenlijk weinig verandert in de afgelopen decennia. Misschien, zo zegt hij, gaat hij terug naar Bulgarije als hij met pensioen is. ‘Maar alleen als er een totaal andere politieke wind waait.’
En dat zegt ook Miglena Dikova Milanova, docente Bulgaarse cultuur aan de Universiteit van gent, die in 1995 naar België kwam om er te studeren. En bleef. ‘Als Bulgarije opener en meer democratisch en minder corrupt zou zijn, dan zou ik denk ik eerder in Bulgarije zijn gebleven of zelfs teruggekeerd. Ik kan daar zoveel meer doen op het gebied van onderzoek en schrijven.’
Jongeren zijn de toekomst
Bardarov ziet hoop in de jonge generatie die nu tussen de 15 en 25 jaar oud zijn. ‘Die kennen de wereld, denken heel anders en kun je niet zo gemakkelijk om de tuin leiden. Probleem is dat er geen politieke leider of partij is dat deze jongeren verenigd en motiveert.‘ Bardarov is positief: ‘Er gaat verandering komen, maar pas over tien-vijftien jaar. Het kan toch niet zo zijn, dat dit vruchtbare qua natuur zo mooie land totaal leegloopt. Ook jongeren willen een land om in te wonen.’
Mooie dromen, maar of ze realistisch zijn… Geboren uit een Japanse vader en Bulgaarse moeder, bracht Joanni Yamazaki zijn jeugd door in Tokio, maar zijn middelbare schooltijd in Sofia. Nu studeert hij daar medicijnen. Joanni kent de wereld, naast Japan ook de westerse landen. In elk van die landen woont wel een oud-klasgenootje, want meer dan de helft van zijn middelbare klasgenoten zit inmiddels in het buitenland. Joanni gaat zelf niet. Nog niet. Wat hem in Bulgarije houdt is ‘de schoonheid van dit Balkanland’ en, zo zegt hij, ‘Ik heb nog tijd’. ‘Natuurlijk zullen de huidige maffiosi eerst vervangen worden door anderen, dat is logisch’, maar indien er een verfrissende wind begint te waaien, dan komt er langzaamaan verandering. Al zal dat waarschijnlijk nog wel zo’n dertig jaar duren, meent de twintiger. De vraag is of hij zelf er dan nog is. ‘Ik wil internationaal georiënteerd zijn en ik ga zeker weten voor lange tijd naar het buitenland om daar te werken.’