Afgelopen maandag vertoonde KINO Rotterdam “The Cremator”, volgens velen een van de beste Tsjechoslowaakse films ooit. Donau-hoofdredacteur Frank Elbers voorzag de film van een inleiding. Hier bespreekt hij de film en de Tsjechische nouvelle vague cinema uit de jaren zestig.
De Tsjechische nouvelle vague-cinema is terug in de mode. Ruim vijftig jaar nadat tanks van het Warschaupact de politieke en culturele hervormingsbeweging in Tsjechoslowakije neersloegen, heeft Europa het genie van de Tsjechische film uit de jaren zestig herontdekt. KINO Rotterdam, in samenwerking met het Tsjechisch Centrum, vertoont van 2 november t/m 4 januari veertien films onder de titel Czechoslovak New Wave.
Door Frank Elbers
Films als Loves of a Blonde (uit 1965) — te zien op zaterdag 30 november — en The Cremator hebben de tand des tijds doorstaan en spreken nog steeds tot de verbeelding van kijkers en kunstcritici. De afgelopen jaren zijn er op alle continenten Tsjechische New Wave-filmfestivals georganiseerd.
Closely Observed Trains
Briljante regisseurs als Věra Chytilová, Miloš Forman, Jaromil Jires, Juraj Herz en Jiří Menzel — wiens film Closely Observed Trains in 1968 de Academy Award voor Beste Buitenlandse Film won — waren allemaal afgestudeerd aan de Film en TV School van de Academie van Beeldende Kunsten in Praag (FAMU). Met cinematografische innovaties en vaak met een absurde en surrealistische kijk vol donkere humor, behandelden hun films controversiële thema’s zoals de tekortkomingen van het socialisme en collaboratie met nazi-Duitsland na de Duitse annexatie van Sudetenland in 1938.
Geïnspireerd door de prachtige literatuur van even briljante auteurs als Milan Kundera, Ladislav Fuks en Jiří Weil, was de kwaliteit van de Tsjechoslowaakse New Wave zelfs aantoonbaar hoger dan die van zijn Franse tegenhanger. Omdat de films meestal met overheidsfinanciering werden gemaakt, was geld geen obstakel, wat resulteerde in een hoge productiewaarde van de Tsjechische nouvelle vague-films. Net zoals in de Italiaanse stadstaten in de Renaissance en in de Nederlandse Gouden Eeuw werd kunstzinnige creativiteit gestimuleerd door ruim aanwezige financiële middelen.
FAMU-studio’s
De meeste films uit dit genre zijn opgenomen in de prestigieuze FAMU-studio’s in Praag of de door de staat gerunde Barrandov Studio’s aan de rand van de stad. De belangrijkste uitzondering was The Shop on Main Street uit 1965, geregisseerd door het Slowaaks-Tsjechisch duo Ján Kadár en Elmar Klos.
The Cremator is geregisseerd door Juraj Herz en is gebaseerd op de roman van Ladislav Fuks. Volgens sommigen is The Cremator een van de beste Tsjechoslowaakse films aller tijden. Hoofdpersoon is Karel Kopfkringel, gespeeld door Rudolf Hrusínský, de manager van een crematorium in Praag. Afgezien van Kopfrkingls ziekelijke obsessie met de dood en vreemde monologen, lijkt in eerste instantie alles aan de burgerlijke familie Kopfrkingl nogal gewoon. Echter, bezwijkend voor de invloed van de nazipropaganda na de annexatie van het Sudetenland door het Duitse leger in oktober 1938 en volledige onderwerping van Tsjechoslowakije in maart 1939, verandert Kopfrkingl geleidelijk in een fanatieke nazi-aanhanger — met fatale gevolgen voor zijn gezin en half-joodse echtgenote.
Rol van de schepper
Kopfrkingls voorliefde voor hernoemen van personen en dingen kan worden geïnterpreteerd als bewijs van het gewelddadige en ietwat megalomane karakter van de hoofdpersoon. Door mensen en dingen (nieuwe) namen te geven verheft hij zichzelf in feite tot de rol van de schepper.
Naarmate het verhaal zich ontvouwt, volg je als kijker de ontwikkeling van Kopfrkings geest en de impact die het op zijn familie heeft. Je begint te beseffen dat Kopfrkingl helemaal geen slachtoffer van het nieuwe regime is, maar juist het tegenovergestelde: hij is de dader die in zijn onvermogen om het kwaad van zijn daden te herkennen vergeleken kan worden met Adolf Eichmann.
Psychologische studie
In essentie is The Cremator een psychologische studie van de geest van de dader, waarbij manipulatieve strategieën worden blootgelegd die verborgen liggen onder Kopfrkingls bloemrijke retoriek. De film vestigt de aandacht op de manieren waarop taal kan worden gemanipuleerd, met name met betrekking tot Kopfrkingls genoegen in het hernoemen van de wereld om hem heen. Hij noemt zijn vrouw Lakmé in plaats van Marie en wil zelf Roman genoemd te worden. Gezien Kopfrkingls passie voor klassieke muziek en opera, verwijst Lakmé hoogstwaarschijnlijk naar de gelijknamige opera van Léo Delibes uit 1883. Lakmé speelt zich af in koloniaal India en is een verhaal over een interculturele liefde die tragisch eindigt met Lakmés zelfmoord — een hint op het tragische lot dat zijn echtgenote te wachten staat.
The Cremator is een van de veertien films die in samenwerking met het Tsjechisch Centrum en het Tsjechisch Nationaal Filmarchief in KINO Rotterdam getoond worden. Films die een uniek en ongeëvenaard decennium in de geschiedenis van de Tsjechoslowaakse en Europese cinema markeren.
Socialisme met een menselijk gezicht
De invasie door het Sovjetleger en andere troepen van het Warschaupact — met uitzondering van Albanië en Roemenië — maakte in augustus 1968 een einde aan de liberale hervormingsbeweging (“socialisme met een menselijk gezicht”) onder leiding van Alexander Dubček en anderen in Tsjechoslowakije. (Overigens hing bij het Tsjechisch Centrum in Boekarest in de zomer van 2018 een groot spandoek met de tekst: Some “visited” us in 1968. You did not. So visit us in 2018!)
Hiermee werd de Tsjechische nouvelle vague-cinema, evenals de andere culturele uitingen van de hervormingsbeweging, gecensureerd. Filmmakers als Miloš Forman en Jan Němec wisten naar het Westen te ontkomen en bleven films van hoge kwaliteit maken, maar het momentum van de Tsjechische nouvelle vague ging verloren.
Bijna zestig jaar later heeft de Tsjechoslowaakse New Wave een comeback gemaakt en een groot publiek over de hele wereld aangetrokken — wat maar weer eens bewijst dat cultuur het uiteindelijk altijd wint van de politiek.
De veertien Tsjechoslowaakse New Wave films zijn te zien in KINO Rotterdam van 2 november t/m 4 januari.