Het contrast kan niet groter zijn. Ooit een symbool van het communistische regime van Albanië, omringd door monumentale stalinistische gebouwen en chaotisch verkeer, is het Skanderbeg-plein — het centrale plein in de Albanese hoofdstad Tirana — omgevormd tot een voetgangersoase op menselijke schaal omringd door bomen en fonteinen.
Het plein, genoemd naar de 15e-eeuwse Albanese held die weerstand bood aan de Ottomaanse troepen, George Castriot, ook bekend als Skanderbeg, werd in 1917 door de Oostenrijkers gebouwd. In 1968 werd op het plein een standbeeld van Skanderbeg opgericht, ter vervanging van het torenhoge standbeeld van Sovjetheerser Josef Stalin, die na zijn dood in ongenade was gevallen. Onder de communistische dictator Enver Hoxha, die van 1944 tot aan zijn dood in 1985 het hoofd van de Albanese staat was, werd het plein opnieuw ingericht door de toevoeging van een monumentaal Cultuurpaleis en een Nationaal Historisch Museum. Hoxha’s eigen standbeeld werd in februari 1991 omvergeworpen — na de volksopstand tegen het communistische regime van Albanië.
Het Skanderbeg-plein is nu het grootste voetgangersplein van de Balkan. Het is geplaveid met tegels uit alle delen van Albanië, als een symbool van nationale eenheid. “Dit is het plein van onze nationale en Europese identiteit. Het is ook het plein van gelijkwaardige burgers, niet het plein van de macht zoals het werd bedacht”, vertelde de Albanese premier Edi Rama aan Reuters tijdens de officiële heropening van het plein in juni 2017.
Critici van de 13,5 miljoen euro make-over beweren dat het aanbestedingsproces gebrekkig was en dat de architecturale eenheid van het plein is vernietigd. En toch, slechts een jaar na de officiële heropening, is het duidelijk dat het belangrijkste plein van Tirana een metamorfose heeft ondergaan waar de meeste inwoners blij mee zijn.
Een Engelse versie van dit artikel verscheen eerder in Muftah Magazine.