Geschatte leestijd: 7 minuten
Vijfendertig jaar geleden ontaardde een voetbalwedstrijd tussen Dinamo Zagreb en Rode Ster Belgrado in een waar slagveld nog voor de wedstrijd was begonnen. Deze nooitgespeelde wedstrijd was een voorbode van de Joegoslavische oorlogen die hierop zouden volgen.
Zondagmiddag, 14 september 2025. Dinamo Zagreb treft die avond HNK Gorica in een thuiswedstrijd in het Maksimirstadion. Fans verzamelen zich al vroeg in de talloze cafés en restaurants op de Maksimirska Ceste, de boulevard die leidt naar de imposante betonnen bak. De sfeer is gemoedelijk op deze warme nazomerdag. Opvallend veel jonge mannen, en een enkele vrouw, gekleed in het zwart: de Bad Blue Boys, de fanatieke “ultra’s” van Dinamo.
Hun aanwezigheid wordt de bezoeker al aangekondigd via mooi uitgevoerde graffiti op diverse gebouwen in Zagreb. In de elegante hoofdstad van Kroatië zie je juist opvallend weinig graffiti, in tegenstelling tot andere steden op de Balkan als Belgrado, Boekarest en Sofia. Overigens ook weinig beeltenissen van Luka Modrić, kind van de club en Kroatië’s meest succesvolle speler ooit.
Door Frank Elbers
De sfeer blijft gemoedelijk, ook als na een wolkbreuk de toeschouwers inmiddels verkleumd op de tribunes zitten, terwijl de Bad Blue Boys op de noordtribune de longen uit hun keel zingen, en de thuisclub ongeïnspireerd met 1-2 verliezen van de bezoekers uit Gorica. De fans drinken in de rust en na de wedstrijd met evenveel genoegen hun biertje en versmaden ook hun knakworst niet in een van de vele stalletjes in de uitgebreide ruimte onder de westtribune, die het best te vergelijken is met een gezellige markt.

Zo gemoedelijk en vredig als vandaag was het 35 jaar geleden niet toen op 13 mei 1990 Dinamo Zagreb tegen Rode Ster Belgrado speelde. Er waren nog tien minuten te gaan tot de aftrap in Zagreb toen de fans van Dinamo door de metalen hekken heen braken die de tribunes van het veld scheidden. De Bad Blue Boys hadden beledigingen uitgewisseld met hun grootste rivalen, de Delije van Rode Ster, en er brak geweld uit in het stadion.
Symbool van het verzet
In misschien wel het meest beruchte incident waagde Zvonimir Boban, de aanvoerder van Dinamo, zich in de menigte door op een politieagent in te trappen die naar verluidt een fan aanviel. Deze actie werd een krachtig symbool van het verzet van Kroatië tegen wat werd gezien als de controle van Belgrado, en wordt algemeen beschouwd als een voorbode van de Joegoslavische oorlogen die hierop zouden volgen. Vervolgens verspreidden de rellen die in het stadion begonnen zich naar de straten van Zagreb.
De confrontatie vond plaats slechts op enkele weken nadat de pro-onafhankelijkheidspartijen de eerste democratische meerpartijenverkiezingen in Kroatië hadden gewonnen, waardoor de toch al opgelopen etnische spanningen binnen Joegoslavië nog verder escaleerden. Franjo Tudjman en de Kroatische Democratische Unie (HDZ), die door de meerderheid van de fans van Dinamo en rivaal Hajduk in Split werden gesteund, wonnen deze verkiezingen. In Kroatië en Servië waren op dat moment nationalistische partijen de belangrijkste actoren in de politiek. Voetbalstadions in Joegoslavië werden podia voor de uiting van politieke standpunten.
“Vroege verzetsstrijders”
Actieve deelname aan voetbalwedstrijden stelde fans in staat hun eigen subcultuur op te bouwen en zichzelf te beschouwen als “vroege verzetsstrijders” voor Kroatië. Door verboden liederen met nationale ondertonen te zingen of vlaggen te tonen zonder de communistische rode ster, werden fans vaak gezien als dappere jonge mensen die voor hun zaak vochten. Tijdens optochten voor wedstrijden was de politie duidelijk bevooroordeeld: zij beschermden de Servische fanclubs van Rode Ster en Partizan, en arresteerden fans van de Kroatische clubs Dinamo en Hajduk.
De wedstrijd tussen Dinamo Zagreb en Rode Ster Belgrado werd gestaakt en symboliseert het begin van de oorlog en de ondergang van Joegoslavië. Zowel Kroatische als Servische fans kregen de “eer” voor het uitbreken van de oorlog en de ondergang van de Joegoslavische federatie. De gebeurtenis werd nog belangrijker nadat media-aandacht het groeiende nationalisme in zowel Kroatië als Servië aanwakkerde. De fans van Delije werden geleid door de beruchte Željko “Arkan” Ražnatović. Arkan vocht later mee in de Joegoslavische successieoorlogen, als leider van de Servische paramilitaire eenheden (De Tijgers).
De laatste wedstrijd van het Joegoslavische nationale voetbalelftal werd op 3 juni 1990 in het Maksimir gespeeld. Op 17 oktober van datzelfde jaar speelde Kroatië haar eerste wedstrijd als onafhankelijk land tegen de Verenigde Staten.
Kroatië Zagreb
Na het uiteenvallen van Joegoslavië in 1990 probeerde de nieuwe nationalistische president van Kroatië, Franjo Tudjman, van Dinamo Zagreb een soort nationaal team te maken. Hij haatte de naam “Dinamo” omdat die te communistisch zou zijn en de club werd omgedoopt in Kroatië Zagreb. Drie maanden na de dood van Tudjman, werd die vervolgens in februari 2000 terug veranderd in Dinamo.

Een andere opvallende gebeurtenis die van bijzonder belang is in de context van de overgang van de Kroatische samenleving van socialisme naar democratie, betrof een voetbalwedstrijd tussen het Kroatische elftal en het nationale team van de Verenigde Staten in Zagreb op 17 oktober 1990. Hoewel het een oefenwedstrijd was, beschouwden de meeste Kroaten de wedstrijd als historisch – niet zozeer als een sportevenement, maar als een sociaal en politiek statement ter gelegenheid van de afscheiding van de Socialistische Republiek Kroatië van Joegoslavië. Met behulp van sport werd een boodschap overgebracht aan de burgers van Kroatië, de Kroatische diaspora en de internationale gemeenschap, over de sociale veranderingen die de politieke elite in petto had.
Dambordpatroon
De dag voor de vriendschappelijke wedstrijd tegen de USA werd op het centrale plein van Zagreb een groot evenement georganiseerd, waarbij een standbeeld van Ban Josip Jelačić – een symbool van het Kroatische verzet tegen het Ottomaanse Rijk, dat in 1947 door het communistische regime was verwijderd – in ere werd hersteld.
Van het team, dat op het laatste moment werd samengesteld, hadden de spelers nog nooit eerder met elkaar gespeeld. Degenen die op de uitnodiging ingingen, werden door de Joegoslavische voetbalbond met schorsing bedreigd. De spelers droegen shirts met het dambordpatroon dat tegenwoordig op de officiële Kroatische vlag staat. Kroatië won de wedstrijd met 2-1. Deze overwinning van een kleine en politiek zwakke natie op een wereldmacht symboliseerde wat de politieke elite, onder leiding van Franjo Tudjman en zijn partij, nastreefde.
De wedstrijd markeerde daarmee de onafhankelijkheidsverklaring van Kroatië vanuit het perspectief van de politieke elite en leidde ook tot externe erkenning op het internationale toneel. Een akkoord over een grondwetshervorming van de Joegoslavische federatie werd niet bereikt, en in 1991 verklaarde Kroatië zich later onafhankelijk van Joegoslavië.
Nederlands elftal
Minder dan een maand na deze gebeurtenis bleef de ontevredenheid over de politieke situatie in het land voortduren tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tussen Joegoslavië en Nederland, die eveneens plaatsvond in het Maksimirstadion.
De Kroatische fans juichten voor het bezoekende team en reageerden fel en negatief op de tentoongestelde symbolen van Joegoslavië. Supportersgroepen uitten hun verschillende politieke opvattingen vanaf de tribunes. Tijdens Hej Slaveni (“O, Slaven”), het Joegoslavische volkslied, floten de fans en zongen in plaats daarvan Lijepa naša domovino (“Ons Mooie Vaderland”), het Kroatische volkslied, juichend voor het Nederlands elftal en zwaaiend met Nederlandse vlaggen.
De symboliek van deze acties was vooral krachtig omdat de vlag van Nederland rood, wit en blauw is, dezelfde kleuren als de vlag van de Socialistische Republiek Kroatië, maar zonder de rode ster, die het symbool was van het socialistische systeem. Vlaggen zonder rode ster waren toen niet toegestaan in voetbalstadions en andere openbare plaatsen.
Dit is een voorpublicatie uit het boek Proletariaat aan de bal. Voetbal achter het voormalige IJzeren Gordijn dat in november verschijnt.