Een jaar van anti-regeringsprotesten in Servië

Demonstranten op weg naar Novi Sad. (Foto: Marijn Slijper)
Demonstranten op weg naar Novi Sad. (Foto: Marijn Slijper)

Geschatte leestijd: 7 minuten

In Servië voeren studenten al meer dan een jaar actie tegen de corrupte en de repressieve regering. Vorige week trok er een drie dagen durende protestmars door het land. Wij wandelden een stukje mee. ‘De nieuwe generatie is politiek ontwaakt.’

Nova Pazova — Op een kruispunt in het kleine, maar bedrijvige Nova Pazova, zo’n vijfentwintig kilometer ten noordwesten van Belgrado, blokkeert een politieauto al bijna drie uur een rijrichting van de regionale vierbaansweg. Al de hele woensdagmiddag leiden twee agenten de automobilisten om. Ondertussen komen de nieuwsgierige inwoners van de Servische plaats zo nu en dan hun huizen uit. Ze positioneren zich midden op de afgesloten rijbaan, kunnen dan kilometers ver kijken, maar zien nog niks.

Door Marijn Slijper

Nochtans is er een groep van duizenden studenten onderweg. Zij vertrokken vanochtend vanuit Belgrado, waar ze door zo’n grote, joelende massa werden uitgezwaaid dat hun tocht meteen al een beetje vertraging opliep. In drie dagen tijd trekken de studenten via dit soort dorpen en steden te voet naar Novi Sad. De mars markeert een woelig jaar, want in die stad, de tweede van het land, stortte op 1 november 2024 een deel van het pas gerenoveerde stationsdak in. Om acht voor twaalf in de ochtend, sindsdien een beladen tijdstip in Servië, werden zestien mensen dodelijk bedolven door het zware beton. De jongste slachtoffers waren twee zusjes van zeven en elf jaar.

Onmiddellijk rezen er beschuldigingen van corruptie, want de renovatie was zonder openbare aanbesteding aan een consortium van twee Chinese bedrijven gegund. De overheid weigerde om belangrijke documenten openbaar te maken, maar kon niet verhinderen dat er een protestbeweging op gang kwam. De studenten namen het voortouw. Zij organiseren protestmarsen en demonstraties, werpen wegblokkades op en bezetten maandenlang de universiteiten.

Corruptie en repressie

In eerste instantie eiste de beweging vooral gerechtigheid voor de zestien slachtoffers, maar in de loop van het voorbije jaar verbreedde de onvrede. De protestbeweging richtte haar pijlen meer en meer op het hele systeem en dus ook op Aleksandar Vučić, de leider van de Servische Progressieve Partij (SPP) die sinds 2017 president is en daarvoor al drie jaar premier was. Onder zijn bewind werd het land steeds autocratischer en namen de corruptie en de repressie toe. Iets wat met name de jongere generatie nu niet langer pikt.

En dus worden de inwoners van Nova Pazova tegen valavond beweging aan het einde van de lege weg gewaar. In een uur tijd tekenen de contouren zich steeds scherper af. Stapvoets komen het getrommel, de vlaggen, het gescandeer en de muziek, ofwel: de marcherende studenten, dichterbij.

Hun komst wordt met gejuich onthaald. De inwoners van het dorp en de actievoerders in de stoet zwaaien onvermoeibaar naar elkaar. Regelmatig snelt een student op een van de vele kinderen langs de kant van de weg af. Die jongetjes en meisjes krijgen steevast een high five en een liefdevolle aai over de bol.

‘Amazing!’, probeert Jovana Krstić boven het uitgelaten gejoel uit te komen. De student heeft haar examen van eerder die week speciaal laten lopen om bij deze protestmars te zijn. ‘Ik ben geboren na 1996 (het jaar van massale protesten tegen president Slobodan Milošević, red.) en heb nog nooit zoiets indrukwekkends meegemaakt’, vertelt ze al wandelend.

‘Onze generatie is politiek ontwaakt en wil verandering. En kijk om je heen: er is al iets veranderd. Ook mensen die normaal nooit naar demonstraties gingen, omdat ze dachten dat het allemaal toch niets zou veranderen, hebben zich nu bij ons gevoegd.’

‘De protestbeweging biedt hoop’, meent ook journalist Katarina Baletić. Zij werkt voor de Servische afdeling van het Balkan Investigative Reporting Network (BIRN), een onafhankelijke nieuwsorganisatie die het geld en de middelen van de pro-regeringsmedia uitdaagt. Ze ontvangt ons op de redactie van BIRN, bijna precies tegenover het Servische parlement in Belgrado.

“Terroristen”

‘Door de oorlogen en de traditie van autocratisch leiderschap, zoals onder Tito en Milošević, is de democratie voor velen nog iets onbekends. Ze weten niet hoe ze dat in de praktijk moeten brengen, hebben maar weinig vertrouwen in de instituties en zijn er eigenlijk ook niet zo in geïnteresseerd. Ik denk dat mensen een langere periode in hun leven in een democratie moeten wonen voor ze daaraan zijn gewend.’

De studentenacties versnellen dat proces, ziet Baletić. ‘Mensen willen er echt graag deel van uitmaken. Veel meer dan bij eerdere protestbewegingen, die ook niet over zo’n lange periode liepen.’

Het jaagt de regering duidelijk angst aan. Vervroegde verkiezingen, een belangrijke eis van de demonstranten, durft Vučić voorlopig niet aan. In plaats daarvan bestempelt de president de betogers als “terroristen” en schuwt hij de intimidatie niet. Aanhangers van zijn partij voeren gewelddadige aanvallen uit, opgepakte demonstranten meldden mishandelingen door de politie en tijdens de betoging van afgelopen maart in Belgrado, de grootste in de geschiedenis van het land, werden zelfs sonische wapens ingezet. Zo’n soort “geluidskanon” kan ernstige gehoorschade veroorzaken en leidt in een menigte tot grote paniek.

‘Ik heb het voorbije jaar meermaals gehuild’, vertelt Bozo Jankovic. Hij hangt liggend tegen een stoplicht in Nova Pazova. De massa studenten is midden op de rijbaan neergestreken voor een korte pauze. Mensen doen hun schoenen uit, verrichten rek- en strekoefeningen en sprayen hun voeten in. De inderhaast opgetuigde EHBO-post draait op volle toeren.

‘Mijn tranen kwamen soms van blijdschap, soms van verdriet’, vervolgt hij. ‘Ik voel me machteloos als ik zie hoe corruptie mensen – letterlijk – vermoordt. Tegelijkertijd raakt het me hoe eensgezind we nu zijn. Mensen beseffen dat we niet alleen met onszelf bezig kunnen blijven, maar dat we onze stem moeten laten horen.’

Tamme EU

Hoewel de Servische demonstranten allemaal hetzelfde eisen, worden de protesten niet door één specifieke organisatie geleid. Het zijn vooral studenten van verschillende faculteiten in het hele land die de acties organiseren. Bij grotere evenementen, zoals deze mars naar Novi Sad, werken ze nauw samen. Geneeskundestudenten verzorgen bijvoorbeeld de EHBO, studenten journalistiek onderhouden het contact met de pers en studenten mobiliteitswetenschappen richten zich op de infrastructuur.

Wanneer er verkiezingen komen – hetzij vervroegd, hetzij volgens planning in 2027 – komt de protestbeweging naar verwachting met een politieke lijst. Op die lijst zullen personen staan die door de studenten zijn verkozen, wellicht gaat het om professoren of gezaghebbende maatschappelijke figuren. Wat begon als een studentenprotest, groeit dus mogelijk uit tot een serieus politiek alternatief.

‘Ook internationale druk kan daarbij een belangrijke rol spelen’, meent politicoloog Geert Luteijn, gespecialiseerd in de EU-integratie van de Westelijke Balkan en verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De Europese Unie stelt zich op dit moment nog te tam op, vindt hij.

‘Voor Vučić zijn de Europese subsidies die kandidaat-lidstaat Servië ontvangt van groot belang. Dankzij deze steun kan hij zich blijven vastklampen aan de macht. Al langer zien we dat autoritaire leiders steeds meer hun gang kunnen gaan, kijk maar naar Viktor Orbán in Hongarije. Ook Vučić blijft binnen de EU steun genieten van groepen die zich spiegelen aan het conservatieve blok rond Orbán.’

Luteijn typeert Servië inmiddels als een competitieve autocratie: er zijn wel verkiezingen, maar het speelveld is oneerlijk verdeeld en oppositiekrachten worden sterk onderdrukt. ‘Maar toen commissievoorzitter Ursula von der Leyen eerder deze maand Vučić in Belgrado bezocht, repte ze daar met geen woord over.’

BIRN-journalist Baletić houdt ondertussen hoop, al is het maar omdat ze het alternatief bijzonder somber inziet. ‘De regering gebruikt momenteel lang niet al haar macht. Ze onderzoeken voortdurend hoe ver ze kunnen gaan, maar zien dat repressie de protestbeweging alleen maar sterker maakt. Als de protesten uiteindelijk op niks uit lopen, zullen ze alsnog wraak nemen op degene die zich nu tegen hen keren, zo vrees ik.’

Revolutie

De mars met studenten bereikt op zaterdag uiteindelijk Novi Sad. Daar houden ze bij het station om 11.52 uur zestien minuten stilte in acht, één minuut voor elk slachtoffer van de ramp. Mensen uit het hele land voegden zich bij hen, ondanks dat alle treinen, net als bij eerdere grote protestacties, al de dag ervoor waren geschrapt. Ditmaal was er sprake van een “bommelding”: er zouden “explosieven” zijn geplaatst op “alle treinen” en “alle sporen”.

Het deerde de duizenden studenten allerminst, want die waren toch al dagen eerder te voet richting Novi Sad vertrokken. Demonstrant Krstić: ‘Iedereen, ook het regime, ziet dat er een revolutie is uitgebroken. Een revolutie van hoop, liefde en solidariteit’.