Geschatte leestijd: 7 minuten
Donau-hoofdredacteur Frank Elbers bespreekt twee onlangs verschenen boeken over de Nederlands-Roemeense (diplomatieke) relaties tijdens de Koude Oorlog. In beide boeken spelen de rapportages van Nederlandse zaakgelastigden en ambassadeurs een grote rol.
Over Roemenië tijdens het communisme zijn verbazingwekkend weinig boeken in het Nederlands verschenen. Standaardwerken over de communistische periode (1948-1989) van historici en politicologen als Lucian Boia, Dennis Deletant, Keith Hitchins of Vladimir Tismăneanu zijn ook nooit in het Nederlands vertaald. Twee onlangs verschenen boeken proberen deze lacune enigszins te vullen. Beiden doen dat vanuit het perspectief van Nederlands-Roemeense (diplomatieke) relaties.

Henk Moerman, Berichten uit communistisch Roemenië 1948-1989 (Uitgeverij U2pi, 2023). Paperback, 179 blz. ISBN: 9789493299528, € 15,00.
In Berichten uit communistisch Roemenië 1948-1989 geeft historicus Henk Moerman een sober geschreven overzicht van hoe Roemenië na de Tweede Wereldoorlog onder het communistische, dictatoriale leiderschap van Gheorghe Gheorghiu Dej, en vanaf 1965 Nicolae Ceaușescu, in ras tempo urbaniseerde en industrialiseerde.
Recensie door Frank Elbers
De kleine, onbeduidende Roemeense Communistische Partij (RCP) kon aan de macht komen door de komst van het Sovietleger in 1944 en maakte van Roemenië een stalinistisch land waarin de Securitate, de nationale veiligheidsdienst, elke vorm van oppositie en dissentie smoorde. Aan de hand van recente literatuur en diplomatieke reportages schetst de auteur vervolgens hoe Boekarest een steeds onafhankelijkere koers van Moskou ging varen.
In die geschiedschrijving spelen de rapportages van Nederlandse zaakgelastigden en ambassadeurs een grote rol. Zij bieden een kijkje achter de schermen van de macht; intriges in Boekarest en machtsstrijd binnen de regerende communistische partij. De benoeming van Mihail Gorbatsjov as partijleider van de Sovjet-Unie in maart 1985 was een kantelpunt voor het bewind in Roemenië, zoals het dat ook was in andere Soviet-satellietstaten in Midden- en Oost-Europa.
Machtsovername
Moerman geeft in het eerste deel van zijn monografie een beknopt overzicht van de geschiedenis van de Roemeense communistische partij (RCP) tot 1944, waarin vooral Ana Pauker en Gheorghe Gheorghiu Dej centraal staan. Na de machtsovername wil de Comintern dat Pauker, zojuist teruggekeerd uit Moskou, partijleider wordt. Maar zij weigert: ‘ik ben een vrouw, ik ben onbekend met de situatie in Roemenië, ik ben een Jodin en een intellectueel’. In de daaropvolgende machtsstrijd delft Pauker het onderspit. (In september 1948 zette Time Magazine haar op de cover en noemde haar destijds ‘de machtigste vrouw ter wereld’.)
De val van Ana Pauker in 1952 komt voort uit de machtsstrijd, ideologische meningsverschillen en druk vanuit Moskou. Tegelijkertijd vindt er een zuivering plaats tegen Joden en heerste er binnen de partij een sfeer van toenemend antisemitisme.
Diplomatieke rapportages
Vanaf 1948 heeft Nederland weer een gezant in Boekarest en kan de auteur putten uit diens berichten aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. In deel II van Berichten uit communistisch Roemenië 1948-1989 citeert Moerman ruimhartig uit de diplomatieke rapportages en verslagen aan Den Haag.
Hij laat dat voorafgaan door een beknopte introductie bij elke periode: consolidatie van de macht 1965-1970; de politiek-economische situatie 1970-1974; stagnatie van het systeem en het crisisjaar 1977; jaren van neergang en stagnatie 1979-1985; ineenstorting; en de val van Ceaușescu.
Die rapportages geven een goed beeld van de situatie in Roemenië vanuit Nederlands perspectief. Een klein puntje van kritiek is dat een personen- en namenregister helaas ontbreekt. Dat had het boek als naslagwerk nuttiger gemaakt.
Moerman publiceerde eerder al Berichten uit het koninkrijk Roemenië 1880-1947, Iulia Maniu en De Hohenzollern in Roemenië. Berichten uit communistisch Roemenië 1948-1989 is een mooie aanvulling op de geschiedschrijving over Roemenië in het Nederlands.

Dorin Perie, Pionnen in het krachtenspel tijdens de Koude Oorlog. Nationalisatie, schadevergoeding, aanhalen van wederzijdse betrekkingen tussen Nederland en Roemenië (Uitgeverij Aspekt, 2025). Paperback, 368 blz. ISBN: 9789464872729, € 29,95.
In Dorin Perie’s Pionnen in het krachtenspel tijdens de Koude Oorlog staan vooral de economische verhoudingen tussen Nederland en Roemenië centraal. Waar Moerman uitblinkt in zijn beknoptheid, reconstrueert Perie, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam, in detail de politiek-economische relatie tussen Den Haag en Boekarest in vijf hoofdstukken (1. De donkere schaduw van een verloren oorlog; 2. Nederlands belang 1944-1950; 3. Een nieuw politiek systeem; 4. Nederland tegenover Oost-Europa; 5. Schulderkenning, schadevergoeding, handelsakkoorden).
Nederlands-Roemeense betrekkingen bestaan al sinds het moderne Roemenië een monarchie werd in 1881. Vooral de relatie tussen beide koningshuizen was hartelijk te noemen. Dat is niet zo verwonderlijk aangezien beide koninklijke huizen familiebanden hebben met de von Hohenzollerns. Nederland had ook grote economische belangen in Roemenië: de “Koninklijke” was actief bij de Roemeense oliewinning en Philips had er een vestiging.
Coup
De diplomatieke banden tussen beide landen werden echter verbroken nadat Roemenië in juni 1941 samen met Duitsland Rusland aanviel. Na een coup tegen Roemenië’s militaire dictator Mihai Antonescu in augustus 1944 werd Roemenië een bondgenoot van de Geallieerden en haalde Nederland ook de diplomatieke contacten weer aan.
Na de communistische machtsovername werden bedrijven, inclusief buitenlandse, geleidelijk genationaliseerd. In de belangrijkste bedrijfstakken opereerden zogeheten SovRoms, joint ventures van Sovjet-Roemeense samenwerkingsverbanden. Dat trof ook Nederlandse bedrijven die actief waren in Roemenië, zoals Philips, Unilever maar ook de Poes-conservenfabriek en diverse Roemeense vestigingen van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. De kwestie van schulderkenning en schadevergoeding voor de onteigening bepaalde tot in de jaren zestig de diplomatieke relaties tussen Nederland de communistische machthebber in Roemenië.
Na de machtsovername van de communisten in 1948 werd Roemenië een gesloten land. Vanaf dat jaar werd de Nederlandse gezant in Boedapest, de heer Posthumus Meyjes, ook in Boekarest geaccrediteerd, en die bezocht twee keer per jaar Roemenië. De Belgen hielden de rest van het jaar voor haar noorderburen een oogje in het zeil.
Solo-hoboïst
Zo berichtte deze Posthumus Meyjes in 1952 aan Den Haag dat een zekere Haakon Stotijn, solo-hoboïst van het Amsterdamse Concertgebouworkest, Roemenië had bezocht en zeer lovend was over de Roemeense Volksrepubliek. Hij meldde dat er “volkomen vrijheid voor de arbeider was” en “vreugde voor het nieuwe leven”. Het advies uit Boekarest aan Den Haag was dat de Nederlandse veiligheidsdienst deze musicus in de gaten moest houden. Deze Stotijn kwam uit een familie van musici maar was een paar jaar eerder al onderwerp van discussie geweest in het Nederlandse kabinet: de kwestie was of hij wel aangesteld mocht worden aan het conservatorium in Amsterdam omdat hij overtuigd communist was.
Na de benoeming van Nicolae Ceaușescu als de nieuwe leider van Roemenië kwam er een kentering in de Nederlands-Roemeense betrekkingen. In 1967 sloten beide landen een overeenkomst over economische en industriële samenwerking. Vanwege zijn goede band met zijn Roemeense collega overwoog de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns begin 1968 zelfs om in Roemenië op vakantie te gaan, maar de inval van Soviettroepen in Tsjechoslowakije in die zomer stak daar een stokje voor. Roemenië was het enige Warschaupactland dat weigerde troepen naar Tsjechoslowakije te sturen.
Informeel bezoek
Uiteindelijk bracht Prins Bernhard in 1971 een informeel bezoek op uitnodiging van president Ceaușescu. In april 1973 brachten de Ceaușescu’s (Nicolae en zijn echtgenote Elena) een officieel staatsbezoek aan Nederland. Ceaușescu was het eerste communistische staatshoofd dat een bezoek aan Nederland bracht. Hij bezocht o.a. Fokker en Philips vestigingen en AKZO-zout chemie in Bot. En in mei 1975 volgde een officieel staatsbezoek van koningin Juliana aan Roemenië, het eerste aan een communistisch land.
Pionnen in het krachtenspel tijdens de Koude Oorlog beslaat de periode tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en de ondertekening van de Helsinki slotakkoorden in 1975. Dat is mijns inziens een goed gekozen kantelpunt. Met het Helsinki Handvest als wapen knaagden dissidente bewegingen als Charta 77 en Solidarność aan de wortels van de communistische systemen. Met de verschijning van Mikhail Gorbatsjov als nieuwe partijleider van de Sovjet-Unie en zijn hervormingen van bovenaf (glasnost en perestrojka) ‘verloor het afwijkende beleid van Ceaușescu aan betekenis binnen het krachtenspel tussen Oost en West’. Alle redenen voor de Nederlandse toenaderingspolitiek sinds de jaren zestig vielen daarmee weg.
Perie besluit zijn uitstekende monografie met een prachtige slotzin: ‘Geostrategische belangen hebben de neiging dictators te steunen, waarbij de mensenrechten slechts een kwestie van retoriek worden’.