Coen Hilbrink, De lange adem van Stalin. Roemenen, Hongaren en Moldaviërs op weg naar Europa (Walburg Pers, 2023) ISBN: 9789464560848 215 blz, prijs 24,99 euro
Donau-hoofdredacteur Frank Elbers bespreekt De lange adem van Stalin. Roemenen, Hongaren en Moldaviërs op weg naar Europa van de Nederlandse historicus Coen Hilbrink. “Niet wie je bent, maar waar je bent, that is the question”, zo vat Hilbrink het lot van de Roemenen, Hongaren en Moldaviërs samen.
In de hausse van boeken die werden gepubliceerd na de (tweede) Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 is nu ook De lange adem van Stalin. Roemenen, Hongaren en Moldaviërs op weg naar Europa van historicus Coen Hilbrink verschenen. Hilbrinks uitgangspunt is dat Roemenen, Hongaren en Moldaviërs nog met de nasleep van het Trianon-verdrag (1920) en de Yalta-conferentie (1945) leven — “samenlevingen verscheurende dwangbevelen die hun landen na de wereldoorlogen door de overwinnaars zijn opgelegd”.
Recensie door Frank Elbers
Hilbrink is een gerespecteerd historicus van de Tweede Wereldoorlog, illegaliteit en opstand. Hij beschikt over een geweldige eruditie en een vlotte pen. De auteur geeft zelf duidelijk aan dat zijn boek een reactie is op ‘24 februari’: “EU-burgers moeten de historische achtergronden en reacties van Hongaren, Roemenen en Moldaviërs op deze extreem gevaarlijke ontwikkelingen kennen om zich te kunnen realiseren hoezeer hun geschiedenis hun levens beheerst.” (p. 32)
Hilbrink benadrukt in de introductie dat hij door het beschrijven van kleine geschiedenissen de grote geschiedenis wil doorgronden. Hij was in 1992 getuige van de burgeroorlog in Moldavië en keerde sindsdien een aantal keren terug naar de regio. Wat volgt is een vlot geschreven aaneenrijging van dagboekaantekeningen uit 1992, indrukken en ontmoetingen met enkele van zijn ‘hoofdrolspelers’ door de jaren heen.
Hilbrink sprak vooral met bewoners over de marginaliteit van hun bestaan. Het boek bevat onder andere een uitgebreid en uniek interview met socioloog en Roma-activist Nicolae Gheorghe, een vriend van de auteur. Dit interview (p. 108-151) en Hilbrinks onderhoudende getuigenis van de burgeroorlog in Moldavië in de zomer van 1992 alleen al nemen ruim een kwart van het 215 pagina’s tellende boek in beslag.
Het is wellicht tekenend voor hoe de verhalen in De lange adem van Stalin zijn gedoseerd. Het boek is gebaseerd op persoonlijke herinneringen en toevallige ontmoetingen die interessante inkijkjes bieden maar niet echt goed inzicht geven in de maatschappelijke transitie in de drie landen “op weg naar Europa”. Feit is dat Hongarije en Roemenië al sinds respectievelijk 2004 en 2007 tot de Europese Unie behoren. Sinds de val van de communistische regimes en toetreding tot de EU zijn beide samenlevingen fundamenteel veranderd.
Ronduit storend is echter dat letterlijk elke verwijzing naar Roemeense en Moldavische plaatsnamen en gezegden incorrect is. Fouten in diakritische tekens daargelaten (ChisinAu, RAdAuți, Turnu MAgurele — moet zijn: Chișinău, Rădăuți, Turnu Măgurele) bestaat ‘Galarasi’, de stad waar Roma-activist Nicolae Gheorghe woont, simpelweg niet (moet zijn: Călărași). Verder zal een Roemeen je nooit ‘bun drum’ wensen (moet zijn: drum bun), is de naam van de historische provincie Oltenië en niet ‘Oltland’ en zingt Maria Tanasă, de Roemeense Edith Piaf, lume, lume, soră lume, en niet ‘lume, lume, soare lume’ — over zuster aarde en niet de wereld van de zon.
Daar staat tegenover dat De lange adem van Stalin een overzicht van de moderne Roemeense en Hongaarse geschiedenis in jaartallen bevat. Voor lezers die onbekend zijn met de geschiedenis van beide landen zeker handig. (Een inhoudsopgave en een index zouden ook handig zijn geweest.)
“Niet wie je bent, maar waar je bent, that is the question”, zo vat Hilbrink het lot van de Roemenen, Hongaren en Moldaviërs samen (p. 25, 27, 185). Dat geldt misschien ook wel voor de auteur. Dit boek moet het teveel hebben van enkele kleine verhalen waarvan Hilbrink tientallen jaren geleden zelf getuige was. Hilbrink is een uitstekende en aanstekelijke verteller. De personen die hij op zijn reizen ontmoette, zijn — hoewel vaak markant — evenals de schrijver doorgaans passanten in de geschiedenis van de regio. Zoals zijn ontmoeting in Boedapest met Réka Kovács-Orbán, nakomeling van een aristocratische familie uit Transsylvanië die er zelf nooit heeft gewoond. Pagina na pagina beschrijft hij het lot van baron Orbán van Lengyelfalva, een wereld die al honderd jaar geleden voorgoed verdween; Transsylvanië behoort sinds 1920 tot Roemenië (verdrag van Trianon). Hilbrink slaagt er mijns inziens niet in om deze kleine geschiedenissen met de grote geschiedenis te verbinden. Daardoor heeft hij teveel oog voor de continuïteit en legt teveel nadruk op geopolitieke constellaties uit het verleden.
De adem van Jozef Stalin is bijna zeventig jaar na zijn dood echt niet meer voelbaar in EU-lidstaten Hongarije en Roemenië en EU-kandidaatslidstaat Moldavië; deze samenlevingen zijn sinds de ineenstorting van de communistische regimes en Soviet-Unie in 1991 simpelweg te ingrijpend veranderd.