De vervroegde Armeense parlementsverkiezingen zijn met overweldigende meerderheid gewonnen door Nikol Pasjinian. Maar in plaats van dat er vóór de zittend premier is gestemd, is er vooral tégen de oppositie gestemd.
Door Gijs Freriks
Verkiezingsuitslag
Dat Pasjinian de verkiezingen zou winnen, leek wel vast te staan, maar dat het met zoveel machtsvertoon zou gebeuren, had lang niet iedereen verwacht. De Burgercontract-partij van Pasjinian ontving 53,96 procent van de stemmen en heeft met 72 zetels een fikse meerderheid in het parlement. Grootste uitdager was Robert Kotsjarian. De voormalig president bracht twee politieke partijen (Dasnhak en Herboren Armenië) onder in de nieuwe politieke alliantie Hayastan, maar ontving daarmee slechts 21,06 procent van de stemmen. Goed voor 27 zetels.
Het oppositieblok legt zich niet zomaar bij de nederlaag neer. Kotsjarian sprak vrijwel meteen van stembusfraude en wil de uitslagen pas erkennen wanneer ‘honderden signalen die wijzen op georganiseerde en geplande fraude’ zijn onderzocht. Volgens lokale en internationale verkiezingswaarnemers hebben er inderdaad enkele onregelmatigheden plaatsgevonden, maar hebben die geen invloed gehad op de uitslag en zijn de verkiezingen grotendeels eerlijk verlopen. En zelfs als de oppositie de verkiezingsnederlaag blijft afwijzen en geen zitting besluit te nemen in het parlement, kan het parlement zijn werk blijven doen. Zonder oppositieleden weliswaar, maar met de Kamerleden van de regerende Burgercontract-partij.
Verloren oorlog
Pasjinian kan dus beginnen met het formeren van een nieuwe regering. Het is voor de voormalig journalist een hele opluchting, want na de verloren oorlog om de grotendeels etnisch-Armeense en bergachtige enclave Nagorno-Karabach acht maanden geleden, en het vredesakkoord dat hij sloot met Azerbeidzjan, leek Pasjinian zijn politieke doodvonnis te hebben getekend. Pasjinian werd afgeschilderd als een verrader omdat Armenië volgens het akkoord meerdere gebieden in of rondom Nagorno-Karabach moest teruggeven aan Azerbeidzjan. Daarnaast behield Bakoe de controle over de gebieden die het over de Armenen had veroverd.
Stalen mandaat
Doorvechten had tot nóg meer gebiedsverlies geleid, redeneerde Pasjinian. Desondanks lustte de oppositie hem rauw en ook tijdens straatprotesten werd het aftreden geëist van de premier. Hij schreef daarom in april nieuwe verkiezingen uit. Enerzijds om de angel uit de protesten te halen, anderzijds om te proberen om hernieuwde politieke legitimiteit te verkrijgen. Volgens Pasjinian, die in 2018 premier werd na de zogeheten fluwelen revolutie, was het nu tijd voor een ‘stalen mandaat’. Tijdens de chaotische, polemische en keiharde verkiezingscampagne sprak Pasjinian op een plein in Jerevan het electoraat toe: “Met een stalen mandaat en met de wil van het volk wordt hier de dictatuur van recht en gerechtigheid gevestigd.” Een stevig mandaat zou Pasjinian in staat stellen om zich beter te verweren tegen zijn politieke tegenstanders, stelde hij: “Er zal geen clementie meer zijn voor de mensen die het land hebben beroofd en hebben geprofiteerd terwijl honderdduizenden mensen arm werden en gedwongen werden te vertrekken.”
Stem tegen oude elite
Pasjinian doelde met die woorden op figuren binnen en aanhangers van Kotsjarians regime dat Armenië van 1998 tot 2008 leidde. Kotsjarian, geboren in Stepanakert in Nagorno-Karabach, vocht als militair mee in Nagorno-Karabach en naar aanleiding van de verloren oorlog is Pasjinian in zijn ogen niets meer dan een capitulator. Getuige de ruim 21 procent van de stemmen op Kotsjarian zijn veel Armenen, en met name hen die Nagorno-Karabach als dé topprioriteit beschouwen, dat met Kotsjarian eens. Maar niet genoeg om Pasjinian als premier weg te kunnen sturen.
Sterker nog: Pasjinian heeft de parlementsverkiezingen in álle regio’s gewonnen. Het is volgens politiek analisten echter vooral een teken dat de bevolking Kotsjarian en andere voormalige presidenten, zoals Serzj Sarkisian en Levon Ter-Petrosian, helemaal beu is. Dan nog liever Pasjinian. Veel Armenen herinneren zich Kotsjarian als de verpersoonlijking van een corrupte en autocratische elite én als de man die de protesten bij de presidentsverkiezingen van 2008 hardhandig neersloeg. Daarbij kwamen acht demonstranten en twee agenten om het leven.
“Het probleem van Kotsjarian is dat het grote aantal mensen dat tegen Pasjinjan was, niet klaar was om op Kotsjarian te stemmen”, aldus Alexander Iskandarjan, politicoloog en directeur van Caucasus Institute.
Pasjinian heeft zich met de oorlogsnederlaag allesbehalve populair gemaakt, maar op een nieuwe militaire confrontatie zit de bevolking ook niet te wachten. Waar Kotsjaran meer is van de harde lijn en herhaaldelijk heeft gepleit voor uitbreiding van de Russische militaire aanwezigheid in Armenië, daar heeft Pasjinian tijdens de verkiezingscampagne geprobeerd om zo weinig mogelijk woorden vuil te maken aan Nagorno-Karabach om de spanningen in het land niet verder aan te wakkeren.
Afscheid van verleden
Alle premierskandidaten zijn het erover eens dat de verloren gebieden in Nagorno-Karabach terug moeten naar Armenië. Maar hoe en wanneer, dat is onduidelijk. Armenië staat bovendien militair zwak jegens Azerbeidzjan en is gebaat bij rust, weet Pasjinian. Ongetwijfeld zal de nationale veiligheid een van de belangrijkste thema’s in Armenië blijven; niet voor niets riepen alle kandidaten op tot het versterken van het leger. Maar ook thema’s als vrijheid, democratie en economisch herstel worden belangrijk geacht. En volgens het electoraat staan die thema’s nu eenmaal hoger op de politieke agenda bij Pasjinian dan bij Kotsjarian.
Daarmee lijkt het Armeense electoraat een definitieve keuze te hebben gemaakt tussen de oude en nieuwe autoriteiten, tussen het verleden en het heden.
“De wereld van het verleden is ingestort”, zei Haik Konjoian, een parlementslid van de Burgercontract-partij van Pasjinian. “De wereld die is gebouwd op geld, pesterijen, criminaliteit en wetteloosheid is ingestort. En iedereen die vergeefse pogingen doet om uit die ruïnes te verrijzen, moet beseffen dat er geen weg terug naar het verleden is.”
Het belang van Moskou
De verkiezingsavond van 20 juni zal in Moskou met belangstelling zijn gevolgd, maar ook niet tot veel kopzorgen hebben geleid. Hoewel Kotsjarian pleitte voor een ‘volledige integratie’ tussen Armenië en Rusland, heeft het Kremlin geen problemen met Pasjinian als premier. Hij kwam weliswaar na een revolutie aan de macht, maar Pasjinian focuste zich daarbij vooral op corruptie en binnenlandse politiek – en niet op geopolitiek – en heeft de pro-Russische oriëntatie van zijn land nooit in twijfel getrokken. Hij beschouwt Rusland als ‘onze grootste veiligheidspartner’.
Heel veel andere smaken heeft Pasjinian trouwens ook niet, want na het door Rusland bemiddelde vredesakkoord en de Russische vredesmissie in Nagorno-Karabach is de Armeense afhankelijkheid van Moskou alleen maar groter geworden. Daarnaast kijkt Moskou wel uit met het openlijk steunen van politiek kandidaten, want daarmee is men de laatste jaren weinig succesvol geweest, schreef Sergei Markedonov in Vedomosti: “In Oekraïne bracht dat niet het gewenste resultaat, maar veroorzaakte dat alleen maar problemen en crises.”
Er is nóg een reden waarom Pasjinian volgens Rusland de juiste man is in Jerevan. Moskou kan goede sier met hem maken, aldus Richard Giragosian van denktank Regional Studies Center: “In veel opzichten is Pasjinian een trofee geworden voor Poetin: een legitieme, democratisch gekozen leider die onder Russische controle staat. Het tegenovergestelde van Loekasjenko.”