De resultaten van de Hongaarse gemeenteraadsverkiezingen in oktober betekenen het einde van de negen jaar durende status quo, maar of de veranderingen blijvend zijn en zich zullen verspreiden buiten de steden valt te bezien. De kloof tussen de steden en het platteland lijkt alleen maar te groeien, en daar zijn meerdere redenen voor.
Op 13 oktober 2019 vonden in Hongarije de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Het waren de meest geanticipeerde verkiezingen aldaar sinds 2010, toen de Fidesz met meer dan 50% van de stemmen een tweederde meerderheid in het parlement behaalde. De opkomst (48,58%) bij de verkiezingen dit jaar was hoger 4% procentpunten hoger dan de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2014, en dit vertaalde zich in een grote overwinning van de oppositie in het merendeel van de Hongaarse steden.
Door Tibor Hargitai
In de media lag de focus van de verkiezingen vooral op hoe het er in Budapest aan toe zou gaan bij de verkiezing van de “hoofdburgemeester”, als een soort van opperhoofd die boven de districten staat. Die race was tussen het 71-jarige István Tarlós, die namens de Fidesz sinds 2010 aan het roer staat in Boedapest, en de 44-jarige Gergely Karácsony, voormalig burgemeester van een district van Boedapest en die namens het verenigd blok van de oppositie aan het roer stond. Interessant is dat voorafgaand aan de verkiezingen géén van de peilingen uitwees dat Karácsony de meeste stemmen zou krijgen. Uiteindelijk kreeg hij toch ruim 50% van de stemmen, terwijl Tarlós het met 44% moest doen.
Ook won “de oppositie” het burgemeesterschap in 14 van de 23 districten van Boedapest. Fidesz won in 7 van de districten. Ter vergelijking: in 2014 won Fidesz in 17 van de 23 districten. Het wordt veelal gezien als een teken van hoop dat de Fidesz monoliet niet onschendbaar is. Één van de redenen waardoor de Fidesz onder hevig vuur is komen te staan is het seksschandaal rond de inmiddels afgetreden burgemeester van Győr, Zsolt Borkai, die van 2006 tot en met 8 november 2019 de burgemeester van de stad was.
Enkele weken voor de verkiezingen dook een video waarop in pijnlijke detail te zien is hoe familieman Borkai seks heeft met een jonge prostituee. Ook is hij beschuldigd van cocaïnegebruik en wijdverbreide corruptie. Minister-president Orbán, die vaak scherp reageert op acties van andere politici, hield zich dagen stil. Op de dag van de verkiezingen, toen Orbán gevraagd werd wie hij in de stad Győr steunt, zei hij: “Ik steun de inwoners van [de stad] Győr, en hier [in het tweede district van Boedapest] steun ik István Tarlós and Zoltán Pokorni.”
Het moge duidelijk zijn dat dit schandaal de Fidesz niet ten goede is gekomen. Echter, in een opiniepeiling van Medián kort na de verkiezingen bleek dat het seksschandaal niet de voornaamste reden was voor de verliezen van Fidesz. Volgens Medián heeft het schandaal geleid tot een mobilisering van eerdere niet-stemmers, die vervolgens op de oppositiekandidaten stemden.
Tegelijkertijd is het onjuist zijn om aan te nemen dat de regeringspartij de hele verkiezingen heeft verloren. Een korte blik op de verkiezingsresultaten buiten de steden laat zien dat de dorpen en het platteland oranje kleuren. In Hongarije refereert oranje niet naar het Nederlandse koningshuis, maar is het de kleur van Fidesz. Sterker nog, de Fidesz heeft ten opzichte van de vorige gemeenteraadsverkiezingen beter gepresteerd. In 13 van de 19 regio’s van Hongarije heeft de Fidesz meer mandaten gekregen en in slechts 2 regio’s maakten ze verliezen, al waren ze in alle regio’s veruit de grootste partij, met steun tussen de 50% en 75%. Dat getuigt van een enorme steun op de Hongaarse vidék (de term voor dorpen en het platteland). Hoe komt de Fidesz aan een dergelijk sterke steun in die gebieden, ten opzichte van de afbrokkelende steun in steden?
Dat er een politieke kloof is tussen de stad en het platteland is niet uniek voor Hongarije. Steden stemmen over het algemeen minder conservatief. Er is echter ook de nodige sociale druk om op de Fidesz te stemmen. Voorbeelden uit mijn eigen kennissenkring zijn toonaangevend. In dorpen, op scholen en bij bedrijven wordt een eenduidig kiesadvies gegeven door leden van de regeringspartij: stem op ons of anders… Twee korte voorbeelden: in het kleine stadje waar een kennis van me woont werden pensioneerden voor de verkiezingen uitgenodigd voor een diner, waar ze door een lid van de Fidesz-partij verteld werd op wie ze moeten stemmen. En op een school in hetzelfde stadje is het hoofd van een middelbare school een fervent partijlid en heerst van gevoel dat je je baan dreigt te verliezen als in twijfel wordt getrokken dat je op een andere partij hebt gestemd.
Gepensioneerden werden voor de verkiezingen uitgenodigd voor een diner, waar ze door een lid van de Fidesz-partij verteld werd op wie ze moeten stemmen
Deze tendensen zijn niet uniek voor het stadje waar ik het over heb. Amerikaanse onderzoekers Isabela Mares en Lauren Young hebben gekeken of er tijdens de parlementaire verkiezingen in 2014 druk uit is geoefend op het electoraal. Volgens de resultaten van Mares en Young blijken tussen de 5 en 7 van de stemmers gestimuleerd te zijn om op een bepaalde partij te stemmen. Dit gebeurde zowel in de vorm van positieve stimulansen, denk aan een beloning van de volksvertegenwoordiger, als negatieve druk zoals het risico je baan te verliezen of een lening mislopen.
Afgezien van de voorvallen van sociale druk, zou men kunnen spreken van een nieuw hoofdstuk in de Hongaarse politiek. De oppositiepartijen hebben voor het eerst echt met succes samengewerkt. Waar er eerder eindeloos onderling gekibbeld werd, werden de kandidaten voor het burgemeesterschap van de verschillende oppositiepartijen door de rest van de partijen met overtuiging gesteund. Opperburgemeester Karácsony heeft een waslijst aan maatregelen die hij wil doorvoeren in Boedapest, waarvan de eerste stap het uitroepen van een “klimaatcrisis” was in de hoofdstad. Opvallend aan Karácsony is zijn aanwezigheid op sociale media, voornamelijk op Facebook, dit in tegenstelling tot de vorige burgemeester die geen Facebook-account had. Karácsony reageert over mediaberichten over hem en laat zien wat hij dagelijks doet en waar hij voor staat. Het is te verwachten dat deze vernieuwende aanpak haar vruchten af zal werpen in de hoofdstad en wellicht overgenomen wordt door burgemeesters en politici in andere steden. Of dit een impact zal hebben op stemmers in de vidék valt te bezien. De sterke economische groei in Hongarije en relatief gebrekkige mediapluriformiteit – sterke dominantie van pro-Fidesz media-outlets – zullen waarschijnlijk nog lang zijn stempel drukken op het electoraat op het platteland.
Tibor Hargitai is een PhD kandidaat aan de Corvinus Universiteit van Boedapest