Kan de oppositie in Servië het tij nog keren?

Een ontevreden kiezer in Belgrado oefent op een blancostemmerscursus in het ongeldig maken van zijn stembiljet. (foto: Joost van Egmond)
Geschatte leestijd: 4 minuten

Waar zijn de hervormingsgezinde kiezers gebleven? Dat is de vraag die veel Serviëwatchers al bezig houdt sinds de befaamde ruk naar rechts in 2012, die een reeks oudgedienden uit de tijd van Slobodan Milošević aan de macht bracht.

stembiljet, 2012
stembiljet, 2012

In 2012 was het antwoord simpel: thuis. Of ze gaven hun mening op andere wijze. Ze waren gedesillusioneerd met hervormers van het type van zittend president Boris Tadić, die hoegenaamd niets voor elkaar kreeg, en lieten de verkiezingen aan de conservatievere stemmers die wel op kwamen dagen bij de stembus. De grote vraag zondag is of het aanbod op het stembiljet hen kan verleiden om de trend van de laatste vijf jaar te keren.

Door Joost van Egmond

Dat is niet alleen van belang voor die oppositie zelf. Want of je nu vindt dat Vučić het goed doet of slecht, iedereen die gelooft dat een oppositie een regering op het rechte pad helpt houden moet zich zorgen maken om de almachtige positie die de huidige premier en presidentskandidaat aan het verwerven is.

Troefkaarten

De oppositie heeft twee outsiders als troeven: Saša Janković is de meest serieuze tegenkandidaat die je zou kunnen bedenken. Als nationale ombudsman heeft hij een staat van dienst opgebouwd zonder met een partij geasssocieerd te raken. Hij kan met recht wijzen op een track record van onafhankelijkheid, en dat spreekt gedesillusioneerde liberalen ongekend aan.

Witte Prins, wit paard. (foto: facebookpagia Ljubiša Preletačević Beli)
Witte Prins, wit paard. (foto: facebookpagia Ljubiša Preletačević Beli)

En er is natuurlijk een joker: Ljubiša Preletačević Beli, een fantasiefiguur op wie je wel degelijk kunt stemmen. De 25-jarige student die er achter schuil gaat weet consequent alle redenen om je van politiek af te keren om te zetten in redenen om op hém te stemmen. Ook overtuigde blancostemmers (beli glasači), hoeven in ieder geval in naam hun stemvoorkeur niet te veranderen om bij hem uit te komen. Dat is vaak wel een paar procent. Wie Beli’s kansen om een serieus aantal stemmen binnen te halen onderschat, onderschat de mate van wanhoop die veel Servische stemgerechtigden hebben bereikt.

Samen kunnen ze veel uitrichten tegen Vučić, met de nadruk op kunnen. Het zou namelijk ook weleens op helemaal niets uit kunnen lopen. Dat heeft alles te maken met het asymmetrische stempatroon in Servië: aanhangers van de conservatief-nationalistische hoek komen veel betrouwbaarder opdagen. Hervormers daarentegen stemmen alleen als ze vertrouwen hebben in het alternatief, en dat maakt ze onvoorspelbaar.

Temidden van alle grillen in stempatronen, wisselende coalities en natuurlijk de unieke omstandigheden van elke verkiezing is dat soms moeilijk te zien, maar hopelijk biedt onderstaande grafiek enige houvast.

Deze staat vergelijkt het absolute aantal stemmen (x1000) voor een groep hervormingsgezinde partijen met een groep conservatieven partijen bij zowel parlements- als presidentsverkiezingen. Bij parlementsverkiezingen zijn stemmen voor (coalities rond) SNS, SRS en SPS opgeteld in blauw en afgezet tegen (coalities rond) DS, LDP, G17+ en Dosta je bilo in rood Bij presidentsverkiezingen is in de tweede ronde de conservatieve kandidaat in blauw tegen de hervormer in rood afgezet Geel is het aantal uitgebrachte stemmen
Deze staat vergelijkt het absolute aantal stemmen (x1000) voor een groep hervormingsgezinde partijen met een groep conservatieve partijen bij zowel parlements- als presidentsverkiezingen.
Bij parlementsverkiezingen zijn stemmen voor (coalities rond) SNS, SRS en SPS opgeteld in blauw en afgezet tegen (coalities rond) DS, LDP en Dosta je bilo in rood.
Bij presidentsverkiezingen is in de tweede ronde de conservatieve kandidaat in blauw tegen de hervormer in rood afgezet. Geel is het aantal uitgebrachte stemmen (grafiek: Donau, uitslagendata: CESID)

Trends

Toegegeven, het belangrijkste aan deze grafiek is dat de eerste drie verkiezingen werden gewonnen door de hervormers, en de conservatieven sindsdien meer stemmen kregen. Dat is waarom de president Nikolić heet en de premier Vučić en waarom we terecht spreken van een ruk naar rechts sinds 2012.

Maar er is een onderliggende trend. Als de conservatieve opkomst al grillig lijkt, kijk dan eens naar de hervormers. Waar de grootste uitschieters voor deze conservatieven zo’n half miljoen stemmen van het gemiddelde (de horizontale lijn) afwijken, is dat voor de hervormers bijna een miljoen! Een tweede is dat de opkomst – nu nog wel – samenhangt samen met de mate van succes van de hervormers. De drie verkiezingen die zij wonnen, waren die met de grootste opkomst, al wordt het verschil snel kleiner.

Eieren voor je geld

De conservatief-nationalistische ommezwaai van 2012 was er dus niet één waarbij de conservatieven wonnen, het was er één waarbij de hervormers verloren. De winst voor rechts, in de zin van een groei in het aantal stemmen, kwam pas in 2014. Er zullen mensen zijn die Vučić zijn gaan steunen omdat ze tevreden met hem zijn. Maar de groei laat zich vooral verklaren door de neiging van stemmers om bij de winnaar te horen. In een particratie als Servië, waarbij de regerende partij zijn eigen mensen plaatst op posities waar de staat maar enigszins zijn macht kan doen gelden, wordt dat door kiezers vaak gezien als een bittere noodzaak. Als je bij de oppositie hoort, lig je eruit.

Bij de laatste twee parlementsverkiezingen kregen conservatieven, en dan bovenal premier Vučić, meer stemmen terwijl de opkomst óók omhoog ging. Die ligt nu bijna op het niveau van tien jaar geleden. Als Vučić bij zo’n opkomst nog steeds een meerderheid kan halen, is hij niet meer afhankelijk van thuisblijvende politieke tegenstanders, maar kan hij volledig op eigen kracht absolute meerderheden halen.

Oppositie proof

Dat is wat deze presidentsverkiezingen belangrijk maakt. De grafiek geeft de indruk dat dit voor de hervormers weleens de laatste kans kan zijn voor Vučić ‘oppositie proof’ is. Hoe langer de SNS van Vučić aan de macht is, hoe verder het aantal stemmers groeit en hoe langer hij aan de macht blijft. Wat Vučić zijn tegenstanders dus nodig hebben is een flink hogere opkomst die een tweede stemronde kan forceren én een geloof dat de eindoverwinning van de tegenkandidaat in de tweede ronde realistisch is.

Da’s een scenario met heel veel aannames, maar onmogelijk is het ook weer niet. Er is veel anekdotisch bewijs voor een slapende kiezersgroep. Gechargeerd gezegd zijn dat mensen die ooit geloofden in de agenda van Tadić en sindsdien gedesillusioneerd thuisbleven of ongeldig stemden, danwel overliepen naar de SNS van Vučić. Als die mensen nu voor Janković of Beli vallen kan de uitslag heel wat meer op 2008 gaan lijken. Maar dat is een grote als.

Lees ook Joost van Egmonds analyse van de uitkomst van de verkiezingen.
Joost van Egmond
Over Joost van Egmond 49 Artikelen
Joost van Egmond is journalist. Hij publiceerde ondermeer bij de NOS, Trouw, Time magazine, Nieuwsuur, Vrij Nederland, de Groene Amsterdammer en Bloomberg. Joost woonde en werkte in Belgrado van 2010 tot 2015. Sindsdien treedt nog wel een op als deskundige hier en daar. Schreef het hoofdstuk over Joegoslavië en Albanië voor Het Oostblokbloek (Nieuw Amsterdam 2014). Stookt zijn rakija zo veel als mogelijk zelf.

2 Reacties op Kan de oppositie in Servië het tij nog keren?

  1. Wat heeft Joost van Egmond eigenlijk tegen op Vučić? Waarop baseert hij zijn hoop op verbetering, als de oppositie de verkiezingen zou winnen (wat voorlopig uitgesloten lijkt)?
    Zou het niet eerlijker zijn, als er ook eens geschreven werd over de jarenlange vernedering door het Westen (Amerika moest een basis in Kosovo krijgen tegen Rusland!, een Amerikaanse NATO-generaal wijst “het Servische volk” onlangs als gevaar voor de vrede aan!), de 2000 (burger)doden door de NATO, de opvang van 200000 Bosnische Serviërs, door Kroatië weggezuiverd, het in de tang nemen van de Servische regering door de EU, terwijl Kosovo afspraken van een Servische vertegenwoordiging aan zijn laars lapt, de volstrekte afwezigheid van kennis over de religieuze geschiedenis van de Serviërs, die hun heiligdommen grotendeels in Kosovo hebben en die deels zijn afgebrand door de Kosovaren.
    Nu zie ik hierboven een aantal foto’s met commentaar, dat volstrekt onnieuws is, politiekerigheid zonder achtergrond. Wat is volgens JvE “het tij”?
    Ik beweer niet, dat Vučić de ideale president is (hoewel honderd maal beter dan Nikolić), maar er is nu wel een lesbische premier. Dus op dat vlak is er wel degelijk grote vooruitgang. Er is hier sympathie voor Poetin en dat begrijp ik, beide landen lijden onder het haatsyndroom van het Westen voor het autoritaire slavische oosten. Een symptoom: Het Huis van Oranje heeft nooit een staatsbezoek aan een van de (ex-)Joegoslavische landen gebracht. Daarentegen is Servië wel gebombardeerd, mede door Nederland, zonder toestemming van de VN.
    Tenslotte: mij hindert het vreemde woord Bošnjaks, zeg toch gewoon Bosniaks, wat ik al jaren gebruik.
    Ook de grammaticale fouten hinderen: “Da’s”, “alles, dat”.
    drs. J.H. Derks, Belgrado

    • Geachte drs Derks,
      Ook hier vraag ik u om in uw reactie aan te sluiten bij het artikel waarop u commentaar levert. Het is ondoenlijk van gedachten wisselen als u er zoveel andere zaken bij haalt.
      Wat betreft de ter zake opmerkingen: U kunt uit dit artikel in het geheel niet opmaken of ik iets tegen Vučić heb of niet. Ik beweer dat het van belang is dat er competitieve verkiezingen zijn, waarbij de mogelijkheid van een machtswissel reëel is, ongeacht wie er aan de macht is. Dat houdt naar mijn overtuiging een democratie gezond, en die overtuiging beargumenteer ik ook. “Het tij” is de trend richting absolute meerderheden van de SNS in volksvertegenwoordigingen.

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.