Ooit waren er Joegoslaven, en die vonden dat ze dezelfde taal spraken. Maar met het land is ook de taal uiteengevallen. Bericht uit een kunstmatig Babylon.
- Door Joost van Egmond
Nee, dit is geen rookreclame, dit is een poging om in één beeld duidelijk te maken wat er zo verknipt is aan de taalstrijd in voormalig Joegoslavië. De bovenste waarschuwing (‘pušenje ubija’) vertelt je in het Bosnisch dat roken doodt. Daaronder volgt een mededeling in een andere taal, het Kroatisch.
En de derde – u kunt er wellicht geen wijs uit worden, maar geloof mij – zegt op het laatste letterteken hetzelfde. Voor Servischtaligen, die vaak het cyrillische alfabet gebruiken om dezelfde klanken te noteren. Ooit dacht iedereen dat deze tekst in het Servo-Kroatisch was, maar dat is grondig uit de mode.
‘Dit is het probleem van Bosnië’, zegt Omer Branković uit Sarajevo terwijl hij het sigarettenpakje omhoog houdt. We zijn zojuist in gesprek geraakt. In het Bosnisch. Of althans, ik spreek de taal die ik heb geleerd in de Servische hoofdstad Belgrado, alwaar ze het Servisch noemen. Dat is aan mijn taalgebruik ook te horen, maar zolang we zeggen dat het Bosnisch is wat ik spreek is er niets aan de hand. Een gebruikelijke beleefdheid als je op bezoek bent in iemands land.
Een Serviër in Bosnië vindt dat weer niet fijn. Die noemt de taal die hij spreekt het liefste Servisch. Met het accent heeft dat weer niets te maken, een geoefend luisteraar hoort juist direct aan het acccent dat hij uit Bosnië komt. Maar geen volk zonder taal, en dus spreekt een Serviër Servisch en een Kroaat Kroatisch, al spreken ze allebei met een accent dat direct hun afkomst uit Bosnië verraadt.
Splintertalen
De talen zijn niet identiek. Daar heeft jarenlange bemoeienis van nationalistische taalpolitie wel voor gezorgd. Stevige verschillen waren er hier en daar altijd al, en die worden uitvergroot en vastgelegd. Inmiddels is ‘kava’ het enige juiste Kroatische woord voor ‘koffie’, terwijl Serviërs steevast ‘kafa’ drinken. Bosniërs drinken dat ook, maar met melk erin wordt het ‘bjela kafa’ en bepaald geen ‘bela kafa’ zoals in Belgrado.
Om niet achter te blijven heeft Montenegro twee letters aan het alfabet toegevoegd. Niet dat stervelingen het verschil kunnen horen, maar als je een lettertype in het Montenegrijns wilt uitbrengen, kun je maar beter zorgen dat de ś en de ź erbij zitten.
Heel wat mensen grappen dat ze plots als polyglot wakker werden en Servisch, Kroatisch, Bosnisch en Montenegrijns spraken
De Montenegrijnse taal heeft sowieso nog veel zielen te winnen. Een paar jaar geleden wees een enquete nog uit dat meer inwoners van het land hun taal als Joegoslavisch of Servisch bestempelden, dan als Montenegrijns. Maar geen nood, het is niet moeilijk te leren. Heel wat mensen grappen dat ze plots als polyglot wakker werden en Servisch, Kroatisch, Bosnisch en Montenegrijns spraken.
Het zijn dan ook bepaald geen verschillen die je wanhopig naar een woordenboek doen grijpen. Je kunt het erop houden dat de talen wederzijds volstrekt begrijpelijk zijn. Voor de vele mensen die elkaar wíllen begrijpen is er dan ook geen taalprobleem. Maar puristen kunnen een hoop herrie trappen.
Suiker heet voortaan suiker
Kroatië staat erop dat Servische films worden ondertiteld in het Kroatisch. Dat is al zoiets als een James Bond met Sean Connery ondertitelen voor Engelsen.
Op producten hier dienen de ingrediënten in alle talen van de regio te worden vermeld. De verdachte van oorlogsmisdaden Vojislav Šešelj klaagt bij het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag als documenten niet voor hem worden vertaald van het Kroatisch in het Servisch.
Vermoeiend is het wel. En kostbaar.
Omer Branković noemt zijn taal het liefst ‘Dobridanski’ (‘goededags’), naar de begroeting – die geheel toevallig natuurlijk – in al deze talen hetzelfde luidt. Een andere praktische manier om gevoeligheden te omzeilen is om het te hebben over ‘onze taal’ (‘Naš’):
– ‘Spreek je onze taal?’
– ‘Ja, ik spreek uw taal een beetje’
Zo kun je lang doorpraten en aftasten wat de geschikte naam is voor de taal waarin je converseert. Totdat iemand als eerste het ijs durft te breken. Ik excuseerde mij laatst in de Kroatische hoofdstad Zagreb bij voorbaat voor mijn beperkte woordenschat door te zeggen dat mijn Kroatisch wat zwakjes was. De reactie: ‘Geen punt, want u spreekt uitstekend Servisch…’
Veel vertalingen zijn vast serieus en respectvol bedoeld, maar werken op de lachspieren
En dan heb je natuurlijk nog de taalrechten van etnische minderheden. Bosnië-Herzegovina is drietalig en houdt daar van sigarettenpakjes tot de notulen van parlementszittingen aan vast. In de Kroatische stad Vukovar kwam het tot rellen toen de Servische minderheid het recht kreeg om gemeentelijke mededelingen in het cyrillische alfabet te lezen. Woedende Kroaten probeerden zelfs een referendum te organiseren om dat tegen te houden.
Veel vertalingen zijn vast serieus en respectvol bedoeld, maar werken op de lachspieren, zoals de drietalige Bosnische website van de Organisatie van Veiligheid en Samenwerking in Europa, waar је zelden een verschil tussen de Servische, Bosnische en Kroatische versie van een bericht kunt ontdekken.
En hoe moet dat straks in de Europese Unie? Kroatië is al lid, en het Kroatisch is een officiële EU-voertaal. Duizenden pagina’s documenten zijn inmiddels in het Kroatisch vertaald. Moet dat straks worden omgezet in Servisch of Bosnisch?
Het ergste is nog dat het allemaal voorspeld is. Zo’n vijfentwintig jaar geleden maakte het komiekencollectief Toplista Nadrealista een beruchte televisiesketch over Joegoslaven die elkaar plots niet meer begrepen. Geleerden hadden ontdekt dat achter accenten waar tot dan toe niemand moeilijk over had gedaan totaal verschillende talen schuil gingen, zoals ‘Montees’ en ‘Negrijns’.
Zelfs voor wie de taal niet beheerst is de tolk die een Herzegovijns sprekende jongen en een Servischtalig meisje elkaar helpt begrijpen nog hilarisch.
Tot je bedenkt dat deze satire allang door de werkelijkheid is overtroffen.