
Alle ogen zijn gericht op Belarus, maar ook in een andere voormalige Sovjetrepubliek zijn er volop demonstraties aan de gang en bevolken de protestanten de straten en pleinen. In de Georgische afscheidingsregio Zuid-Ossetië wordt geschreeuwd om het vertrek van president Anatoli Bibilov.
Afgelopen vrijdag trokken 300 tot 400 demonstranten naar het centrale plein in hoofdstad Tskhinvali, recht tegenover het ziekenhuis waar Inal Dzhabiev onlangs overleed. Dzhabiev werd verdacht van betrokkenheid bij een poging tot moord op Igor Naniev, de Minister van Binnenlandse Zaken. Hij zat, samen met twee andere verdachten, in voorlopige hechtenis.
Na Dzhabiev’s dood lekten er foto’s uit waarop zijn gekneusde lichaam te zien is. Zijn beide benen en armen zitten onder de paarsblauwe plekken en ook zijn rug is zwaar gehavend. Officiële doodsoorzaak volgens de politie: trombose. Alles wijst er echter op dat de acht agenten die Dzhabiev ondervroegen, hem flink hebben toegetakeld. Dzhabiev moest met spoed naar het ziekenhuis worden overgeplaatst en bezweek op de intensive care, op 28-jarige leeftijd, aan zijn verwondingen.
Wat ging hieraan vooraf?
Op 17 augustus werd de auto van minister Naniev onder vuur genomen. Niemand raakte gewond. Later werden er wel drie verdachten aangehouden: Nikolai Tskhovrebov, Gersan Kulumbegov en Dzhabiev. Ze zwoeren onschuldig te zijn en blijkens de foto’s die massaal via social media worden gedeeld, zijn de verdachten in de verhoorkamers afgeranseld. In tegenstelling tot Dzhabiev, wisten Tskhovrebov en Kulumbegov de folteringen te overleven. Ze zijn inmiddels op borgtocht vrijgelaten.
Na de demonstraties van afgelopen vrijdag besloot president Bibilov om minister Naniev even uit de wind te houden door hem voorlopig naar huis te sturen. Ook verleende hij premier Erik Pukhaev ontslag en ontbond hij de regering. Daarmee hoopte Bibilov de druk van de ketel te halen, maar de demonstranten eisen meer. Namelijk: het vertrek van de president zelf, het ontslag van algemeen aanklager Uruzmag Jagaev en een onafhankelijk onderzoek naar de dood van Dzhabiev.
Eigen politie wordt onderzocht
Bibilov heeft aangegeven bereid te zijn tot een referendum over zijn eigen positie. Ook belooft hij de dood van Dzhabiev te zullen onderzoeken: “Net als bij de zaak van de aanslag op het leven van de minister, neem ik de zaak van Dzhabiev onder mijn persoonlijke controle.” Alle documentatie over de strafzaak is naar Rostov gestuurd voor onderzoek, ‘zodat we er niet aan te hoeven twijfelen dat de resultaten betrouwbaar zijn en dat niemand de resultaten kan beïnvloeden’, aldus Bibilov. Inmiddels zijn er al acht agenten op non-actief gesteld. Zij worden gehoord.
Vertrouwen in Bibilov brokkelt af
Een deel van de bevolking is het vertrouwen in Bibilov hoe dan ook kwijt, zegt jurist en mensenrechtenactivist Inara Gabaraeva tegen Ekho Kavkaza: “De mensen roepen heel duidelijk: “Aftreden!” Bibilov is het vertrouwen verloren van de mensen die eerder nog op hem hebben gestemd.”
Het zijn de eerste massaprotesten (in contextspecifieke proporties) in Zuid-Ossetië in negen jaar tijd, maar onder de oppervlakte borrelde het al langer. Vanwege het coronavirus was de grens met Rusland maanden gesloten, waardoor ouderen hun pensioentjes niet konden ophalen en de voedseltekorten stegen. Bovendien staan thema’s als corruptie, straffeloosheid en de omstandigheden in de gevangenissen al langer op de agenda.
De dood van Dzhabiev vormt nu de katalysator voor alle onvrede.
Motie van wantrouwen tegen ministers
Oppositiepoliticus David Sanakoev van de ‘Nykhas’-partij wijt het overlijden van Dzhabiev aan een door de regeringspartij ‘Verenigd Ossetië’ gecreëerde cultuur van ‘passiviteit, doofpotten en wetteloosheid’. In oktober 2019 kwam al eens naar buiten dat veroordeelden in de gevangenissen van Tskhinvali worden mishandeld. Het parlement, waaronder de ‘Nykhas’-partij, hield de ministers Naniev (Binnenlandse Zaken) en Zalina Lalieva (Justitie) hiervoor verantwoordelijk en zegde het vertrouwen in hen op. Bibilov nam enkele maatregelen, maar liet Naniev en Lalieva zitten.
Had Bibilov zijn ministers laten vallen, dan had Dzhabiev nu nog geleefd, zo betoogt oppositiepoliticus Sanakoev: “De president heeft toen gezegd dat de ministers goed werk verrichten en dat ze de beste mensen zijn op hun posten. Dat hebben we nu weer kunnen zien. We hebben een van onze burgers van de republiek verloren…”
Op social media wordt opgeroepen om ook maandag, 31 augustus, de straten op te gaan. Net als in Minsk in Belarus zullen de protesten in Tskhinvali waarschijnlijk niet snel verstommen.