Roemenië in de ban van Koning Playboy

Carol II. Schilderij van Philip Alexius de Laszlo.
Carol II. Schilderij van Philip Alexius de Laszlo.
Geschatte leestijd: 12 minuten

De Portugese badplaats Estoril was in de Tweede Wereldoorlog een toevluchtsoord voor Europese vorstenhuizen. Ook voor de Roemeense koning Carol II van Hohenzollern-Sigmaringen en zijn vrouw Elena Lupescu. Royals met een bedenkelijke reputatie.

Voor de plaatselijke gemeenschap in Estoril reden genoeg om zo ver mogelijk bij de Hohenzollerns vandaan te blijven. Volgens de Oostenrijke hertog Joseph Árpád, die bij het stel om de hoek woonde, was Lupescu “een intense, sterke persoonlijkheid, die je het gevoel gaf alsof ze je minachtte”. Carol vond hij aardig en charmant: “Maar achter zijn prettige manieren school het bittere hart van een Hohenzollern”.

Maria en Ferdinand

Dat het geen lichte opgave was om af te stammen van deze Duitse vorstenfamilie ondervond Carol al op jonge leeftijd. Hij was de eerste zoon van Ferdinand I Hohenzollern-Sigmaringen, die in 1917 werd gekroond tot koning van Roemenië. Van Ferdinand werd verwacht dat hij als een echte Hohenzollern leiding zou geven aan het land. Om hem op de taak voor te bereiden, werd hij getraind in duidelijk articuleren. Elke keer als hij niet goed te horen was, moest hij zijn zinnen herhalen. De opvoeding zadelde Ferdinand op met zo’n trauma, dat hij alleen maar wartaal uitsloeg. Tot teleurstelling van de regeringsmedewerkers die zich geen raad wisten met de koning. Ferdinand haatte openbare gelegenheden en liet het regeren liever over aan zijn vrouw, die er wel raad mee wist.

De door velen bewierookte Maria van Edinburgh, blond haar en blauwe ogen, had het beste geërfd van twee koninklijke families. Haar grootmoeder was Queen Victoria van Engeland, terwijl haar grootvader niemand minder was dan de Russische tsaar Alexander II. Beide vorstenhuizen waren ermee akkoord gegaan, dat Maria op 10 januari 1893 in het huwelijksbootje stapte met de stotterende Ferdinand. Gedurende haar huwelijk onderhield ze tientallen affaires. Het was publiek geheim dat ze haar minnaars baantjes bezorgde aan het hof — bijvoorbeeld als gymleraar van zoonlief Carol — en dat Ferdinand gewoonlijk de laatste was die van haar affaires op de hoogte was. Hoewel hij aanvankelijk bezwaar maakte tegen Maria’s overspelige gedrag, verwaterden zijn protesten met de jaren in onverstaanbaar gemompel. Maria zei eens: “Mijn Ferdinand is als goede wijn. Hoe ouder, hoe aangenamer”.

Uitgaan in Boekarest

De dominantie die Maria uitoefende op haar Ferdinand verstoorde het beeld dat Carol had van zijn ouders én dat van de politiek in het algemeen. Prins Carol wilde met beiden eigenlijk niets te maken hebben. Liever scheurde hij in zijn Cadillac door Calea Victoriei, de hoofdstraat van Boekarest. De stad stond in de jaren 1910 bekend om zijn nachtleven en werd ook wel “het Parijs van het Oosten” genoemd. Theatervoorstellingen, cabarets en cocktailparty’s gingen de hele nacht door. Vooral in het Athene Palace Hotel was Carol een graag geziene gast. Officieren ontmoetten er danseressen, dichters dronken er met diplomaten. Niet bijzonder chique, maar daar had Carol weinig problemen mee.

De “playboy” hield er, tot ergernis van zijn ouders, een weinig besnaarde smaak op na. Zeker waar het vrouwen betrof, hield Carol van volkse types. Maria Martini bijvoorbeeld, een jongedame met wie hij twee kinderen kreeg, of Zizi Lambrino, met wie Carol er in 1919 vandoor was gegaan, in het geheim was getrouwd en ook een kind had verwekt. Vooral de affaire met Zizi deed stof opwaaien. Carol had destijds laten weten af te zien van de troonopvolging. Het was de toorn van koningin Maria geweest, die Carol overhaalde om toch met Zizi te breken en terug te keren naar Roemenië.

Wie is Wie in Roemeense koninklijke kringen
Wie is Wie

Carol II Hohenzollern-Sigmaringen (Sinaia, 15 oktober 1893 – Estoril, 4 april 1953)

Carol was de koning van Roemenië, van 8 juni 1930 tot 5 september 1940. Na zijn gedwongen aftreden kreeg Carol met zijn minnares Lupescu politiek asiel in fascistisch Spanje. Omdat ze vreesden alsnog door de Spaanse autoriteiten te worden uitgeleverd, vluchtten de royals in maart 1941 naar Portugal. En wel op spectaculaire wijze. Carol, een volleerd coureur, reed zo snel naar de grens dat achtervolgende politieauto’s hem niet meer konden bijhouden. Vervolgens wisten Carol en Lupescu, verscholen onder de achterbank, ongezien de grens over te steken en Estoril te bereiken. Eenmaal in Villa Mar y Sol wijdde Carol zich aan zijn postzegelverzameling. De Playboy, die zijn leven lang de sigaretten aaneenreeg, werd op 4 april 1953 overvallen door een hartinfarct. Hij stierf op 59-jarige leeftijd, in de armen van zijn Dududia. De enige die hem altijd terzijde stond.

Elena Lupescu (Iași, 15 september 1896 – Estoril, 29 juni 1977)

Lupescu was de minnares van Carol. Ze waren getrouwd van 3 juli 1947 tot 4 april 1953. Lupescu was de meest gehate vrouw van Roemenië. Dat zij ook nog eens de dochter was van Joodse ouders, maakte haar er bij de Roemenen niet populairder op. Het was dan ook onmogelijk voor Carol om officieel met haar te trouwen. De situatie veranderde na hun ballingschap, toen het stel eind 1946 korte tijd uitweek naar Rio de Janeiro. De tropische temperaturen van de stad maakten Lupescu ernstig ziek. Zo ziek, dat de Braziliaanse artsen constateerden dat ze niet lang meer te leven had. In paniek en uitzinnig van verdriet kon Carol niet anders dan haar laatste wens in vervulling te laten gaan. Op 3 juli 1947 nam hij Lupescu, die wegkwijnde op haar sterfbed, tot zijn wettige echtgenote. De volgende dag was ze weer beter.

Helena van Griekenland en Denemarken (Athene, 3 mei 1896 – Lausanne 28 november 1982)

Helena was de tweede echtgenote van Carol. Ze waren getrouwd van 10 maart 1921 tot hun scheiding op 21 juni 1928. Nadat Carol en Lupescu waren vertrokken, maakte de Griekse prinses Helena een heroïsche comeback. Helena gebruikte haar status als “koningin-moeder” om zich in te zetten voor het lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was mede aan haar te danken, dat 350.000 Roemeense Joden de Holocaust overleefden. Helena werd in 1965 onderscheiden door de staat Israël.

Ferdinand Victor Albert Meinrad van Hohenzollern-Sigmaringen (Sigmaringen, 24 augustus 1865 -Boekarest, 20 juli 1927)

Ferdinand was de koning van Roemenië, van 10 oktober 1914 tot 20 juli 1927, en de vader van Carol. Vanwege zijn gestotter en besluiteloosheid werd Ferdinand beschouwd als een halve zwakzinnige. In werkelijkheid was hij cultureel onderlegd en bijzonder intelligent. Hij sprak Duits, Roemeens, Engels, Frans, Grieks, Russisch en Hebreeuws.

Maria Alexandra Victoria van Edinburgh (Edinburgh, 29 oktober 1875 – Sinaia,10 juli 1938).

Maria was koningin van Roemenië, van 10 oktober 1914 tot 20 juli 1927, echtgenote van Ferdinand en moeder van Carol. “De Soldatenkoningin” werd ze genoemd, omdat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog gewonde militairen verzorgde aan het front. De immer strijdbare Maria bepaalde op haar sterfbed in 1938 dat haar lichaam zou worden begraven in haar lievelingsprovincie Zuid-Dobroedzja. Met deze laatste daad verplichtte ze de Roemenen om dit gebied nooit op te geven.

Corneliu Zelea Codreanu (Huși, 13 september 1899 – Tâncăbești, 30 november 1938)

Codreanu, ofwel “de Kapitein” stond in 1927 aan de wieg van het ultranationalistische religieuze orde het Legioen van de Aartsengel Michaël, ook bekend als de IJzeren Garde. Toen Codreanu in maart 1925 moest voorkomen voor de moord op een politicicommissaris, stonden tienduizenden voor het gerechtshof op hem te wachten. Nadat hij was vrijgesproken, reed Codreanu in een keer door naar zijn bruiloft. De ceremonie werd bijgewoond door zijn aanhangers, die in duizenden auto’s een bruistoet vormden van zes kilometer lang.

Ion Antonescu (Pitești, 15 juni 1882 – Boekarest, 1 juni 1946)

Antonescu regeerde als dictator over Roemenië, van 6 september 1940 tot 23 augustus 1944. “De Rode Hond” was gewelddadig, maar integer. Hij stelde zijn leven in dienst van zijn land en bestreed de corruptie van Carol. Nadat Antonescu de macht had overgenomen, sloot hij zich aan bij de krijgsmacht van Hitler en onderwierp hij Roemenië aan een militaire dictatuur.

Ioanna Maria Valentina “Zizi” Lambrino (Vaslui, 3 oktober 1898 – Neuilly-Sur-Seine, 11 maart 1953)

Zizi Lambrino was de eerste vrouw van Carol. Ze trouwden, op 31 augustus 1918, in de Oekraïense havenstad Odessa, maar op hun huwelijk werd op 29 maart 1919 door het Roemeense Hooggerechtshof nietig verklaard. Om van Zizi af te komen, gaven Maria en Ferdinand haar een staatstoelage van 2 miljoen Franse francs, omgerekend zo’n twee miljoen euro, op voorwaarde dat ze uit Carols leven zou verdwenen. Ze betrok uiteindelijk een villa in Cannes, aan de Franse Rivièra.

Mihai I van Roemenië (Sinaia, 25 oktober 1921 – Aubonne, 5 december 2017)

Mihai was de zoon van Carol en Helena. Tweemaal regeerde Mihai als koning van Roemenië. Eerst van 20 juli 1927 tot 8 juni 1930. Hierna van 6 september 1940 tot 30 december 1947, toen Mihai door de communisten werd afgezet en verbannen. In de zomer van 1944 smeedde Mihai een complot om het regime van Antonescu omver te gooien. Mihai kreeg hierbij de hulp van zijn Generale Staf en van de Britse veiligheidsdiensten. Op 23 augustus 1944 sloot Mihai de Generaal op in de boekenkast van zijn paleis en sloot hij zich aan bij de Geallieerden om Europa te bevrijden van de nazi’s.

Carol op wereldreis

Om de prins tot bezinning te brengen, stuurden zijn ouders hem op 21 februari 1920 op een cruise rond de wereld. Vergezeld van zijn vrienden, reisde Carol via Istanboel en Caïro naar de kusten van India. Onder tropische temperaturen legde Carol zich toe op het jagen van olifanten. De volgende bestemmingen waren Hong Kong en Japan, het officiële gedeelte van de reis. Carol moest een bezoek afleggen aan de keizer en vergaderingen bijwonen met Roemeense en Japanse zakenlui. Gelukkig voor de prins kregen deze bijeenkomsten wel een feestelijke afsluiting met sushi en saké. Nadat zaken waren gedaan in Japan, vervolgde de Playboy in juli zijn reis over de Stille Oceaan naar Amerika, met als hoogtepunt een tussenstop in Hawaï. “Een paradijs op Aarde”, volgens Carol. Maar de Verenigde Staten bevielen hem minder. Hij vond dat de Amerikanen vooral bezig waren met zakendoen. Evengoed stelde hij zich hoffelijk op tegenover de Amerikaanse reporters, op wie hij een gunstige indruk maakte. Ze vonden hem ondernemend, goed geïnformeerd, charmant en sportief. Het reizen had Carol goed gedaan.

Droomhuwelijk Carol en Helena

Ondertussen zochten Maria en Ferdinand voor hem naar een huwelijkskandidate. Eén die wel een Hohenzollern waardig was. Hun oog viel op de Griekse prinses Helena. Een lange brunette met donkerbruine, onschuldige ogen en een knap voorkomen. Anders dan Carol was zij juist beschermd opgevoed. Helena was verlegen, maar intelligent en huiselijk. Precies de vrouw die de Playboy kon temmen. Bovendien, zo dachten Maria en Ferdinand, verstevigde het huwelijk tussen Carol en Helena de diplomatieke banden tussen Roemenië en Griekenland. Helemaal omdat Helena’s broer, de Griekse kroonprins George, ook nog eens in het huwelijk trad met Carols zuster Elizabeth. Eigenlijk stond niets een gedroomd dubbelhuwelijk in de weg. Of het moest het dwingende optreden van koningin Maria zelf zijn geweest. Omdat ze bij beide bruiloften aanwezig wilde zijn, drukte ze door dat de ceremonies op verschillende dagen werden gehouden. Zeer tegen de zin van de Grieken, die volgens hun bijgeloof vonden dat een dubbelhuwelijk op dezelfde dag moest plaatsvinden. Anders zou ramspoed volgen.

De entree van Madame Lupescu

Dit voorspelde ongeluk kwam langzamerhand dichterbij. Zelfs de geboorte van de blauwogige Mihai, die op 25 oktober 1921 ter wereld kwam, kon de liefde tussen Carol en Helena niet redden.

Volgens de prins slopen er irritaties in het huwelijk nadat Helena’s moeder, koningin Sophia, begin 1925 over de vloer kwam en haar gevolg van bedienden met zich meenam. Tussen al deze Grieken voelde Carol zich een vreemde in zijn eigen kasteel. Bovendien zag hij hoe Helena zich steeds “stijver” en “verwaander” gedroeg. Op haar beurt, ergerde Helena zich aan Carols gebrek aan hoffelijke manieren en aan zijn platvloerse grappen. Ze kon er niet meer om lachen. Om even los te komen van de spanningen thuis zocht Carol vertier in het nachtleven. En in de cabarets waren de verleidingen het grootst. Te groot, wellicht, voor Carols hartstocht.

Het imago van de Playboy als de meest begeerde vrijgezel van het land sluimerde nog altijd rond. Vooral bij verleidelijke jonge dames die zich graag aan de zijde van de prins wilden scharen. Een van deze dames was Elena Lupescu. Haar naam betekende in het Roemeens “wolf” en, volgens degenen die haar kenden, paste deze naam erg goed bij haar karakter. Ze had rood haar, weelderige vormen en een felle blik. Ze was niet bijzonder hoog opgeleid, maar sluw en razendsnel. Zodra ze hoorde dat Carol in maart 1925 de film Die Nibelungen ging bezoeken, greep ze haar kans. Ze had zich elegant opgemaakt met rode lipstick en had een zeer strak zittende jurk aangetrokken. Carol was in de lobby aan het praten met zijn vrienden, toen ze langzaam op hem afliep. Ze wiegde haar heupen heen en weer en duwde haar decolleté vooruit, terwijl ze haar blik strak op hem gericht hield. Tegen de tijd dat ze voor Carol stond, was hij tot over zijn verliefd. Zo wilde in ieder geval het verslag van zijn vrienden.

Ballingschap in Parijs

Met volle overgave dook hij in de affaire met Lupescu, die hij altijd “Duduia” noemde. Hij schafte voor haar een appartement aan, zodat hij haar gemakkelijk kon opzoeken. Zelfs als het betekende dat hij haar moest delen met andere minnaars. Zo stond Carol op een middag onverwachts met een bos bloemen voor de deur, toen een officier haastig bij Duduia uit het raam klauterde. Zelf maakte Carol overigens geen geheim van zijn liefde voor Lupescu. Ook niet tegenover Helena. De Griekse prinses probeerde hun huwelijk nog te redden door in de zomer van 1925 met Carol een vakantie te nemen in het sprookjesachtige kasteel Foișor. Haar plan viel in duigen, toen Lupescu de twee achterna reisde en een chalet betrok in de buurt van het kasteel. Zodra Helena erachter kwam waarom Carol ‘s avonds toch steeds “boswandelingen” ging maken, sloot ze hem op in zijn kamer. Maar, tevergeefs. de Playboy sprong van de tweede verdieping, verzwikte zijn enkel bij de landing en hinkte nog dezelfde avond naar de chalet van Duduia.

Carol en Zizi Lambrino (Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License)

Carol en Zizi Lambrino (Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License)

Carols liefde kon niet anders dan eindigen in een tragedie. Omdat Hohenzollerns volgens de grondwet alleen met buitenlandse prinsessen mochten trouwen, en zijn Lupescu niet bepaald geliefd was bij koningin Maria, stond er voor Carol niets anders op dan er met Duduia vandoor te gaan.

De twee grepen hun kans in december 1925, toen Carol een staatsbezoek moest brengen aan Londen. In één moeite door, sprak hij met Lupescu af in Parijs en besloot hier te blijven. Voor de tweede keer deed Carol afstand van de troon.

De terugkeer van Carol

Met zijn stunt had hij het hart van Ferdinand gebroken. De oude koning leed aan kanker en had tot op zijn sterfbed gehoopt dat zijn dynastie bij Carol in veilige handen zou zijn. Bij zijn overlijden in 1927 had Ferdinand geen idee, dat Carol dan wel in Parijs verbleef, maar ondertussen snode plannen had gemaakt om terug te keren als koning van Roemenië. Hij greep de economische crisis van 1930 aan om de regering voor te stellen het land te redden. Opvallend genoeg, hadden de affaires van Carol hem juist populair gemaakt onder de Roemenen. Ze hadden genoeg van de bestuurlijke corruptie van het koningshuis en konden zich maar al te goed voorstellen dat Carol geen zin had om een speelbal te zijn van de politiek en van de bemoeizucht van koningin Maria. Veel minder hadden de Roemenen op met zijn minnares Lupescu. Het was dan ook de bedoeling dat Carol alleen zou terugkeren uit Parijs. Hetgeen hij plechtig beloofde

Eenmaal geïnstalleerd als staatshoofd, bleek dat Carol zijn tijd in Parijs kennelijk niet had benut om ideeën te bedenken die het land vooruit moesten helpen, maar dat hij eigenlijk en vooral slechts manieren had bedacht om zichzelf te blijven verrijken. Commentatoren schreven: “Carol steekt meer energie in het bestrijden van zijn moeder, dan in het leiden van zijn land. Ook besteedt hij meer tijd aan het uitkiezen van een nieuw uniform, dan aan het werken achter zijn bureau”. Zijn belofte, dat hij met Lupescu zou breken, kwam evenmin van de grond. Zodra Duduia in de zomer van 1930 weer voor de paleisdeuren verscheen, viel Carol opnieuw voor haar charmes.

Carol aan de macht

Als vrouw achter de schermen, kreeg “Madame Lupescu”, een hand in het benoemen van de nieuwe regering. Op haar aanraden had Carol het zichzelf zo makkelijk mogelijk gemaakt en de belangrijkste ministersposten toebedeeld aan degenen die hem het meest hadden geholpen bij het bestijgen van de troon. Deze groep vertrouwelingen, een verzameling officieren, industriëlen en bankiers die zich de “camarilla” noemden, nam de werkelijke macht in handen. Hun corruptie leidde tot zulke grote onvrede in het land, dat gewelddadige en ultranationalistische krachten zich verzamelden in een religieuze orde, genaamd “de IJzeren Garde.” Wellicht dat een democratisch gekozen regering de politieke dialoog had kunnen aangaan met de IJzeren Garde, maar onder Carols bewind was er weinig overgebleven van het parlementaire systeem in Roemenië. De Playboy had in de loop van de jaren 1930 zijn koninklijke bevoegdheden uitgebreid, de pers gecensureerd en de doodstraf opnieuw ingevoerd. Een maatregel die door commentatoren werd beschouwd als de weg naar de ondergang. Sinds 1866 was Roemenië, samen met Nederland, een van de in totaal slechts zes Europese landen geweest die geen doodstraf kenden.

Opkomst van de IJzeren Garde

Vooral aanhangers van de Garde kregen te maken met de maatregelen van Carol. Zijn politie-eenheden arresteerden duizenden vermeende politieke tegenstanders, die dikwijls verdwenen of de volgende dag werden teruggevonden, hangend aan lantaarnpalen, of drijvend in een meer. De gardisten hadden zelf hun eigen methodes om terug te slaan. Naast aanslagen op ministers, specialiseerden de gardisten zich in het terroriseren van de Joodse bevolking. Hoe bloediger de strijd, des te meer de Roemenen sympathie opvatten voor de leider van de Garde, Corneliu Zelea Codreanu. Als een van de weinigen week hij niet terug voor Carols geweld en liet hij zich ook niet door hem omkopen.

Ook Hitler raakte onder de indruk. Tijdens een bijeenkomst in de herfst van 1938 had Carol honderduit gesproken over een toekomstige samenwerking, toen de Führer hem opeens strak aankeek: ”U weet, geachte heer, dat er voor mij maar één dictator van Roemenië is, en dat is Codreanu”.

Ondergang van Carol

Het was een boodschap die Carol niet wilde horen. Op zijn bevel was Codreanu gearresteerd en werd hij, volgens de officiële lezing, “doodgeschoten op de vlucht.” In werkelijkheid was “de Kapitein” door zijn bewakers gewurgd in een bos, met zoutzuur overgoten en bedolven onder cement.

Verbolgen over deze politieke moord sneed Hitler de banden door met Carols Roemenië. Toen, in de zomer van 1940, de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken en Roemenië werd belaagd door de Hongaren en de Sovjets, keek Hitler de andere kant op. Het was duidelijk dat Carol zijn goodwill had verspeeld. Bij de Westerse democratieën, die zich afkeerden van zijn dictatoriale optreden, bij Hitler die hem de moord op Codreanu niet kon vergeven, bij de partijen in het parlement, die door Carol in de maling waren genomen en zeker bij het volk, dat met hem ging afrekenen.

Op de vlucht

De enige die Carol kon redden, was de sterke man van het leger, generaal Ion Antonescu. Voor de legeraanvoerder moest boven alles de monarchie overeind blijven. Hij zag daarom door de vingers dat Carol hem in het verleden twee keer trachtte te vermoorden en regelde voor zijn koning een veilige aftocht.

Zoals dat van een Hohenzollern mocht worden verwacht, vertrok Carol in stijl. Hij kreeg van Antonescu gedaan dat hij in de nacht van 6 op 7 september 1940 een goederentrein kon volladen met kunstwerken, goudstaven, diamanten en miljoenen aan Zwitserse francs, Duitse reichsmarken en Roemeense lei. Echter, datgene wat Carol het dierbaarst was, moest hij achterlaten. Zijn inmiddels achttienjarige zoon Mihai was door Antonescu benoemd tot troonopvolger en moest in Roemenië blijven om het land te leiden. Aanvankelijk was Carol akkoord gegaan met het besluit, maar hij had tot op het laatste moment gehoopt dat hij de Generaal van gedachten kon doen veranderen.

Nu de trein op het punt stond te vertrekken, barstte Carol in tranen uit. Hij wierp zich op de grond, omarmde de knieën van Antonescu, kuste zijn voeten en smeekte hem om zijn zoon met hem mee te laten gaan. De Generaal zweeg onverbiddelijk.

Mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten

Bronnen- en literatuurlijst
Buhman, E.A., Patru Decenii In Serviciul Casei Regale A Romaniei. Memorii 1898-1940 (Boekarest 2006)
Codreanu, C.Z., Eiserne Garde. An meine Legionäre (Berlijn 1939)
Ion, N.D., Marie of Romania. Portrait of a Great Queen (Sinaia 2018) vol. 1
Quinlan, P.D., The Playboy King. Carol II of Romania (Londen 1995)
Walldeck, R.G., Athene Palace Boekarest (Londen 2004)

Gillis Kersting
Over Gillis Kersting 1 Artikel
Gillis Kersting (Amsterdam, 1982) is zelfstandig historisch onderzoeker en tekstschrijver. Hij studeerde geschiedenis in Amsterdam, journalistiek in Rotterdam, Italiaans in Bologna en Russisch in Sint-Petersburg. Sinds de lente van 2021 werkt hij aan zijn proefschrift over de Roemeense oorlogsleider Maarschalk Ion Antonescu. Gillis is met name geïnteresseerd in de militaire geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw. Naast zijn geschiedkundige speur- en schrijfwerk, voert hij ook commerciële opdrachten uit en helpt hij bedrijven bij het schrijven van content, mails, brieven en artikelen. Meer over Gillis op www.gkersting.com
Contact: Website