Toen Karolina’s oma ongewenst zwanger was, kon zij in de Poolse Volksrepubliek zonder veel problemen een abortus ondergaan. Maar als Karolina in het Polen van nu ongewenst zwanger zou raken, zou oma haar kleindochter op haar knieën smeken het kind te houden. Zelfs al zou Karolina de smeekbeden van haar oma willen trotseren: er zijn in Polen nauwelijks nog mogelijkheden een zwangerschap legaal af te breken. Vorige maand beperkte het constitutionele hof die mogelijkheden nog verder door de meest gebruikte legale reden voor abortus – ernstige en onomkeerbare aandoeningen bij de foetus – onconstitutioneel te verklaren. En dus is Karolina als de dood om zwanger te worden en ging ze de afgelopen weken de straat op. En zij was niet de enige. Ondanks de stijgende coronacijfers, protesteerden honderdduizenden in de dagen na de uitspraak in de grootste demonstraties sinds het einde van het communisme.
door Christie Miedema
Het Poolse compromis
Ooit één van de landen met de meest liberale abortuswetgevingen van Europa, bungelt Polen nu al jarenlang onderaan de Europese lijstjes. De ommezwaai kwam begin jaren negentig, in de begindagen van de huidige Poolse democratie. Onder het communisme had de katholieke kerk weinig politieke macht, maar behield zij wel autoriteit en moreel krediet — iets wat zij in andere landen vanaf de jaren zestig steeds meer verloor. Toen de communistische partij de macht moest overdragen, zag de kerk haar kans schoon en breidde in de jaren negentig rap tempo haar macht over de politiek uit. Abortus was één van de eerste onderwerpen op de agenda.
De in Nederland wonende Poolse cultuurhistorica Iwona Guść heeft de laatste weken veel het woord gedaan in de Nederlandse media over de huidige protesten. Ze herinnert zich nog goed hoe in de vroege jaren negentig abortus opeens een heet hangijzer werd: “Als vijftienjarige tiener was ik geïrriteerd dat ik in de kerk elke week een anti-abortuspreek toe moest horen. Ik vond het moralistisch en misplaatst.”
De kerk bereikte in 1993 inderdaad een sterke inperking van het recht op abortus, met drie uitzonderingen. Abortus bleef toegestaan in geval van een misdrijf (seksueel misbruik), bij gevaar voor het leven van de moeder en als de foetus ernstige en onomkeerbare aangeboren aandoeningen heeft. Deze laatste optie is nu onconstitutioneel verklaard.
Dit is een breuk met wat jarenlang bekend stond als het Poolse abortuscompromis. Tussen de vroege jaren negentig en het aantreden van de huidige regering zijn nog wel wat halfhartige pogingen gedaan de wetgeving wat bij te schaven, maar over het algemeen leken beide kampen zich te hebben neergelegd bij een situatie waarin abortus slechts in het uiterste geval toegestaan was.
Dat veranderde toen de huidige regering aan de macht kwam, met de partij Recht en Gerechtigheid (Prawo i Sprawiedliwość, PiS) van Jarosław Kaczyński als belangrijkste machtsfactor. Het was niet PiS zelf die het compromis aanviel, maar de achterban die de partij probeert te bedienen en die zij uit de armen van rechtsere politieke concurrenten probeert te houden. Deze kerkelijke en conservatieve lobbygroepen voelden zich gesterkt door de machtspositie van PiS om voorbij het compromis te reiken en dienden in 2016 een burgerinitiatief in om abortus volledig te verbieden.
Deze aanval op de geringe abortusrechten die nog in Polen bestonden, mobiliseerde duizenden vrouwen. 2016 was het jaar waarin de zogenaamde “zwarte protesten” en “vrouwenstaking” tot stand kwamen. Duizenden demonstreerden, gekleed in het zwart met paraplu’s, die na een flinke regenbui één van de symbolen van de protesten zou worden. PiS, geschrokken van de protesten, begroef het voorstel in een commissie. Dit tot onvrede van de kerk die klaagde over het voortbestaan van wat zij “eugenetische abortussen” noemt.
Het logo van de “vrouwenstaking” beweging, opgericht in 2016, is een rode bliksemschicht.
Maar de lobbyisten, gesteund door de internationale anti-abortusbeweging, gaven het niet op. In april dit jaar dwong een volksinitiatief wederom het parlement om over deze kwestie te stemmen. Ondanks de zeer scherpe coronamaatregelen zochten vrouwen manieren om individueel of vanuit hun auto hun ongenoegen te laten blijken. Opnieuw zette PiS niet door, maar 119 parlementariërs dienden wel een verzoek in bij het constitutioneel hof om zich over de kwestie te buigen. Dat leverde uiteindelijk wel resultaat op. Op 22 oktober maakte het constitutioneel hof bekend dat abortus vanwege ernstige aangeboren aandoeningen, wat ca. 98% van de legale abortussen in Polen uitmaakt, onconstitutioneel is.
Deze beslissing heeft veel te maken met de structurele uitholling van de onafhankelijkheid van het constitutionele hof door PiS sinds 2015. Hoewel de rechters in dit orgaan op de hand van PiS zijn, lijkt PiS toch geschrokken over wat de beslissing teweeg heeft gebracht. De uitspraak treedt pas in werking als die in de staatscourant is gepubliceerd. Normaal gesproken doet de regering dat zo snel mogelijk, maar in dit geval heeft ze dat nagelaten en is de wetgeving dus nog steeds niet in werking getreden.
De straat op, ondanks corona
Na in de vroege jaren negentig zich te hebben opgewonden over de totstandkoming van het Poolse compromis, gaat Iwona nu de straat op in Nederland, in solidariteit met de demonstrerende vrouwen in Polen. Ze ziet dat deze protesten veel jonge mensen trekken, zowel in Nederland als in Polen: “Als ik die jonge mensen op straat zie, denk ik: dat waren de afgelopen jaren nog kinderen op school. Zij groeiden op tijdens de periode waarin de Poolse politiek en maatschappij nog sterker polariseerden. En ik zie ook mezelf een beetje, hoe ik in de jaren negentig was.”
Eén van die jonge demonstranten is Karolina (20). Zij ging naar de protesten zonder dat haar familie het wist en ze wil haar achternaam dan ook liever niet online terug zien. Ze heeft een longaandoening en is enig kind en kleinkind waardoor haar familie overbezorgd over haar is gedurende de pandemie. Zelf realiseerde ze zich zeker dat naar de protesten gaan niet zonder risico was. Ze zei tegen zichzelf: “Ik ga naar de protesten, waar massa’s zijn en mij iets slechts kan overkomen. Niet alleen kan ik Covid krijgen, maar ik kan ook bijvoorbeeld een fles naar mijn hoofd krijgen, gegooid door een nazi of een nationalist, of een politieagent zou pepperstray in mijn ogen kunnen spuiten.” Maar de wens om te gaan was groter: “Ik was zo boos dat ik het gevoel had dat ik zou ontploffen als ik niet naar buiten zou gaan.” Ondanks de stress om op straat te zijn, de angst voor infectie of geweld, voelde ze zich toch beter na het protest: “Ik kon schreeuwen en zingen met andere mensen. Dat geeft veel kracht … Ik zou zeggen dat ik voor een deel ging voor mijn mentale gezondheid en voor een deel voor het doel zelf.” Na dit ene protest bleef ze thuis en bekeek de andere protesten via meerdere livestreams tegelijkertijd, vanwege angst om haar gezondheid, maar ook uit angst voor geweld: “ik wilde niet dat mijn tanden uitgeslagen zouden worden.”
In 2016 was Karolina ongeveer even oud als Iwona tijdens de eerste aanscherping. “Samen met de leraren gingen we in het zwart gekleed naar school.” Ze hing een poster van de vrouwenbeweging in haar raam. Tot grote zorg van haar oma die bang was dat iemand een steen door de ruit zou gooien. Toch voelde het anders dan nu: “Het was niet zo serieus. Het was verreweg niet zo serieus als nu. Als ik zou moeten gokken, was het 1/100ste van hoe serieus het er nu uitziet.”
Dominik Kuc (20) ziet eenzelfde soort escalatie. Al in 2015 ging hij de straat op. Het constitutionele hof stond toen voor het eerst onder druk, maar nu wordt pas echt duidelijk wat er bij alle abstracte strijd rondom rechters en het tribunaal echt op het spel stond. “Het was heel abstract, heel ingewikkeld en ik denk dat mensen niet echt beseften dat het hun persoonlijke leven kon beïnvloeden.” Vooral voor veel jongeren was het een politieke ver-van-hun-bed-show. “Zij begrijpen – wij begrijpen, want ik ben ook een jongere – wat er echt gebeurd is. Natuurlijk protesteerde ik ook vijf jaar geleden, als één van de jongsten. Mensen protesteerden tegen de veranderingen van het tribunaal, maar jonge mensen waren niet zichtbaar tijdens de demonstraties. Nu zijn ze dat wel – zijn wij dat wel. Wij zijn een sterke stem.”
Hij is zeker niet de enige man bij de protesten. “Natuurlijk vormen vrouwen de meerderheid van de demonstranten,” stelt Dominik, maar er is veel veranderd sinds 2016. “Sindsdien zijn er ook steeds meer mannen op straat. Ik herinner me dat in 2016, tijdens de eerste vrouwenstaking, er vooral vrouwen waren. Nu zie ik heteroseksuele koppels die aanwezig zijn, vrouwen komen met hun partners en natuurlijk is de LGBTQ community ook present.” Het toont voor hem hoe belangrijk deze protesten zijn, vooral omdat mensen ondanks de angst voor Covid toch de straat op gaan, met welke geslacht ze zich ook identificeren.
En dat gebeurt niet alleen in Polen. Natalia Mordak (20) is één van de organisatoren van de Nederlandse Facebookgroep Parasolki.nl, vernoemd naar de paraplu’s (parasol in het Pools) die één van de symbolen werden van de protestbeweging is geworden. Ze kwam anderhalf jaar geleden naar Nederland en zag op afstand wat er in haar thuisland gebeurde. “Ik ben in contact met vrienden thuis. Zij gaan allemaal naar demonstraties in Polen. Ze zijn bang want ze weten niet wat ze nu moeten doen. Het is moeilijk voor hen – niet voor mij, want ik woon in Nederland.” Natalia ziet hoe haar vrienden in Polen gaan demonstreren, niet alleen in de grote steden, maar ook in de kleinere plaatsen. Zij wilde niet achterblijven: “Ik heb familie in Polen, ik heb vrienden, mensen van wie ik houd in Polen. Dat is waarom ik wil strijden. Ik heb mensen daar die mij aan het hart gaan.” Vandaar dat ze besloot voor de ambassade te demonstreren. Daar ontmoette ze al snel andere mensen die ook meer wilden doen. Binnen vijf minuten hadden ze een groep gevormd en naar hun eerste demonstratie kwamen, ondanks de moeilijke coronatijden, ruim 500 mensen.
De mobilisatie van de generatie PiS?
Dit is de generatie die politiek bewust werd in de tijd dat de huidige populistisch rechts-conservatieve regering aan de macht is, sinds 2015. Natuurlijk hebben ze eerdere regeringen meegemaakt, zegt Dominik, maar ze waren nog niet maatschappelijk actief. Demonstraties en tegendemonstraties, uitholling van de rechtspraak, Europese ophef over de situatie in Polen: dit is voor hen wat politiek betekent. Zij zaten nog op school tijdens de «zwarte protesten» van 2016. Soms gingen ze zelf in zwarte kleding naar school, of stonden hun docenten in het zwart voor de klas. Op andere scholen werden de symbolen van de beweging verboden. En in sommige gevallen werden hun docenten aangeklaagd voor het dragen van zwarte kleding.
Dat laat zien dat het niet alleen de twintigers zijn die tegen de wetgeving ageren, zowel in Polen als elders. Ook Iwona was bij de grote demonstratie in Den Haag. Voor haar voelt het als een déja vu. En ondanks dat er nog een stap verder terug is gezet dan in 1993, is er ook hoop. Iwona: “De protesten zorgen ervoor dat meer vrouwen vragen gaan stellen bij de consensus. Dus het zou kunnen dat de wetgeving hierna juist verder geliberaliseerd wordt.” Op dit moment is een meerderheid van de bevolking voor het bestaande compromis: dus noch voor aanscherping, noch voor versoepeling, maar dat zou onder invloed van de huidige politieke polarisatie kunnen veranderen. Ca. 70% van de Polen is tegen de nieuwe uitspraak. “Voor mensen van mijn leeftijd overheerst het gevoel: worden we nu nog steeds door de kerk bestuurd?”, zegt Iwona. En dat maakt mensen moedeloos en boos.
Bevrijding?
Die boosheid gaat over veel meer dan alleen het feit dat het recht van vrouwen om over hun lichaam te beschikken nog een beetje verder wordt ingeperkt. De uitspraak is een katalysator voor woede die de afgelopen jaren is opgebouwd. Over de invloed van de kerk, de sterke anti-LGBTQ retoriek van de regering, de afbraak van de rechtstaat, de verhoging van de salarissen van politici en de aanpak van de coronacrisis.
Karolina vertelt dat haar frustratie over maanden online onderwijs, de desinteresse van haar professoren en het gebrek aan sociale contacten zeker hebben bijgedragen aan de woede die ze nu kwijt moet. En dan is er ook nog eind september een extreem controversiële nieuwe onderwijsminister aangesteld die openlijk homofoob is. Ook Dominik is, als LGBTQ activist, boos over de nieuwe aanstelling. Hij ziet in de protesten ook opgekropte woede over de agressieve anti-LGBTQ campagne rondom de presidentsverkiezingen in juni en juli. Regenboogvlaggen hebben een prominente rol in de protesten en er is een sterke coalitie tussen de LGBTQ en de vrouwenrechtenbeweging die allebei te lijden hebben onder de politieke invloed van de kerk: vrouwenrechtenorganisaties zijn ook al jaren aanwezig bij pride-marsen in Polen.
Dit is tegen het zere been van sommige oppositiepolitici. Die willen best PiS aanvallen op deze specifieke maatregel, maar zien anders dan veel demonstranten geen groter verband de rechten van de diverse groepen die onder de kerk en de huidige politiek te lijden hebben. De organisatoren van de demonstraties hebben dan ook een breder pakket van eisen opgesteld. Daarin is aandacht voor gezondheidszorg, de scheiding van kerk en staat, meer rechten voor de LGBTQ gemeenschap, het ontslag van de nieuwe onderwijsminister en de precaire positie van veel werknemers op de arbeidsmarkt. Voor de meeste demonstranten is het bevrijdend om zich samen tegen de kerk en alle recente politieke ontwikkelingen te kunnen uitspreken.
Die bevrijding uit zich op een manier die politici van middenpartijen tegen de borst stuit: in het taalgebruik van de demonstranten. De belangrijkste slogan van de protesten is “wypierdalać”, een woord dat zich moeilijk in het Nederlands vertaald kan worden, maar benaderd wordt door het Engelse “fuck off”. Spandoeken en protestborden die meegedragen worden, zijn buitengewoon creatief en schuwen grof taalgebruik niet. Er zijn zelfs prijsuitreikingen voor de meest inventieve slogans. De humor die hiermee gepaard gaat, is voor veel demonstranten een manier om te laten zien dat ze zich er niet onder laten krijgen. En zoals Karolina aangeeft, het is ook gewoon één van de meer vermakelijke aspecten van deze protesten. “Rechtse politici gaan over de rooie, want – oh god – vrouwen die vloeken,” verteld Karolina. “Waarom vloeken jullie, kunnen we er niet rustig over praten?”, vragen die politici vervolgens. “Maar dat hebben we zoveel jaar geprobeerd.” Volgens Karolina moeten ze de vloeken maar gewoon incasseren, omdat ze hebben laten zien ander taalgebruik niet te begrijpen. De organisatoren krijgen het verwijt dat ze hiermee mogelijke bondgenoten afstoten en de gebruikte bewoordingen zijn veel bediscussieerd in de pers. Veel deelnemers zien echter nauwelijks een andere manier om hun woede te verwoorden en gehoord te worden. Uit enquêtes blijkt dat ondanks het taalgebruik en de brede coalities een meerderheid van de Polen de protesten steunen en dat de populariteit van PiS daalt.
Ondertussen neemt de tegenpartij ook de handdoek op. De nieuwe onderwijsminister dreigt met maatregelen tegen universiteiten en docenten die het faciliteren dat hun studenten en medewerkers gaan protesteren. Ook worden de organisatoren van de demonstraties bedreigd met aanklachten voor het in gevaar brengen van de volksgezondheid. Tijdens de protesten worden geregeld demonstranten aangevallen door hooligans en extreem-rechtse groepen – iets waartegen maar weinig opgetreden wordt. Marta Lempart, het belangrijkste gezicht van de protesten, ontvangt honderden bedreigingen per dag en kan al weken niet meer thuis slapen.
Deze polarisatie in de Poolse politiek is niet van vandaag of gisteren. Het is wel nieuw dat deze jonge demonstranten zich deel beginnen te voelen van het politieke gesprek. Karolina snapte vroeger niks van de agressieve discussie over politiek tussen haar oudere familieleden. Ze wilde liever gewoon genieten van een maaltijd samen. “Dat zij maar moesten discussiëren, daar snapte ik niks van. Maar nu begrijp ik denk ik waar het vandaan komt.” Karolina weet nu dat je je zo geschoffeerd kunt voelen door de regering dat je er niet over op kunt houden, al zou je willen. Dat is de andere zijde van de medaille van de polarisatie, stelt Iwona, dat veel meer mensen zich politiek gaan uiten.
En wat als je ongewenst zwanger wordt?
Ook al gaat het protest over veel meer dan abortus, dat betekent niet dat de uitspraak geen echte effecten zal hebben op vrouwen in Polen. Het was al buitengewoon moeilijk om een abortus te krijgen in Polen. Legale abortus was al alleen beschikbaar als je in één van de drie consensuscategorieën viel en zelfs dan mogen artsen op basis van gewetensbezwaren nog weigeren je te helpen.
Wie “zomaar” een zwangerschap wil afbreken, of zich niet door de bureaucratie heen weet te vechten, die is aangewezen op mogelijkheden in het buitenland. Dat kan door pillen te bestellen of een abortus in het buitenland te ondergaan. Voor wie dit niet via een organisatie doet, kan dit een dure aangelegenheid worden. Abortus is dus ook een economische kwestie, zegt Karolina terecht: “als je geen geld hebt dan ben je fucked wat kan je doen, dan heb je alleen een kledinghanger.”
Daarom is het belangrijk dat Poolse en buitenlandse organisaties toegang tot abortus mogelijk maken. In Polen is er onder andere het aborcyjny dream team en kobiety w sieci, zij zijn aangesloten bij het internationale Abortus zonder grenzen netwerk (aborcja bez granic), dat vrouwen helpt om veilig toegang tot abortus te krijgen.
Voor deze uitspraak had de pandemie de situatie al verder bemoeilijkt. Door de reisbeperkingen en tijdelijk zelfs gesloten grenzen denken veel vrouwen dat het onmogelijk is naar het buitenland te gaan voor een abortus of zelfs maar pillen uit het buitenland te bestellen. Dat is niet waar, maar praktisch is het wel een stuk lastiger. Vroeger kon je misschien je familie voor de gek houden door te zeggen dat je een stedentripje Berlijn of Amsterdam ging maken, maar tijdens de pandemie moet je goede redenen hebben om te reizen. Maar tegen je familie zeggen dat je een abortus gaat ondergaan, dat is voor veel vrouwen niet mogelijk. Op de website van Abortus zonder grenzen wordt het coronavirus omschreven als “nóg een obstakel waar mensen die geen adequate abortuszorg in hun land hebben tegenaan zullen lopen.”
In Nederland maakt het Abortus Netwerk Amsterdam (ANA) deel uit van dit in december 2019 opgerichte netwerk. De organisatie helpt bij de praktische organisatie van een abortus in Nederland zoals tolken, vervoer en slaapplaatsen, en zamelt geld in om mensen die ongewenst zwanger zijn bij te staan in de, zeker voor Poolse begrippen, hoge kosten van een abortus in Nederland. 95% van de mensen die geholpen worden door de organisatie zijn Pools. Het afgelopen kwartaal waren het er 45 van de 48. In alleen de eerste week na de uitspraak hebben zich echter alweer zeker 20 Poolse vrouwen gemeld. Mirjam van Heugten van ANA zegt: “De eerste twee weken na de uitspraak hadden we veel meer vragen per e-mail. Fatale afwijkingen worden pas laat ontdekt, de termijn voor abortus is dan in vrijwel alle Europese landen al verstreken.” Het is niet verwonderlijk dat nu al veel vrouwen zich tot ANA richten, ook al is de uitspraak nog niet wettelijk van kracht. In Polen is de praktijk vaak restrictiever dan de wet en mogen artsen zelf weten of ze op het verzoek tot een abortus ingaan, ook al valt de vrouw binnen de drie toegestane categorieën.
Mirjam ziet ook dat de Poolse gemeenschap in Nederland zich sinds de uitspraak verder mobiliseert bij algemene demonstraties rond abortus en zich aanmelden als vrijwilliger. Inderdaad leveren organisaties als ANA het soort praktische hulp dat Natalia ook graag wil bieden aan vrouwen in Polen: “Ik denk dat we meer moeten doen dan demonstreren. Demonstreren is geweldig. We steunen vrouwen die nu lijden. Maar we moeten ook denken over wat we kunnen doen om hen beter te laten leven. Misschien kunnen we ze helpen een abortus te krijgen in Nederland, want hier is het niet illegaal. Misschien kunnen we ze voorlichten. Seksuele voorlichting is ook een probleem in Polen. Als er geen seksuele voorlichting is, dan weet je niet wat je moet doen.” Seksuele voorlichting is een ander mikpunt van de conservatieve lobby in Polen en staat sinds vorig jaar onder druk. Het is dan ook niet vreemd dat Natalia daarin een concrete weg vooruit ziet: “Ik denk dat voorlichting nu het allerbelangrijkst is.”
Uiteindelijk zijn zulke initiatieven een druppel op de gloeiende plaat. Voor wie in de toekomst ongewenst zwanger raakt, is het uiteindelijk bepalend waarheen de pendel van de polarisatie uitslaat: wordt deze wet van kracht en winnen de voorstanders van een volledig abortusverbod verder aan invloed, of is dit de opmaat voor een beweging terug naar de andere zijde van de consensus, richting liberalisering? Waar de uitersten zich uit elkaar bewegen, en de massa’s zich beginnen te mobiliseren, lijkt alles mogelijk.