Geschatte leestijd: 6 minuten

Urszula Honek, Witte nachten. Vertaald uit het Pools door Charlotte Pothuizen (De Bezige Bij, 2025). Paperback, 192 blz. ISBN: 9789403134741, € 22,99
De Poolse schrijver Urszula Honek heeft vele prijzen gewonnen voor haar werk, waaronder de Witold Gombrowicz Prijs en de Koscielski Prijs voor haar debuut Witte nachten. De Bezige Bij bracht onlangs een Nederlandse editie uit, vertaald door Charlotte Pothuizen.
Poolse literatuur wordt niet vaak vertaald in Nederland. Jammer, want met zoveel Nobelprijzen voor de literatuur op zak, mag Polen gezien worden als een land met een rijke literaire traditie. En hoewel Olga Tokarczuk haar eigen fanschare heeft opgebouwd buiten Polen, blijven veel andere Poolse schrijvers vaak onderbelicht. Het is daarom fijn dat er weer eens een Poolse titel in het Nederlands verscheen. In augustus kwam de Nederlandse vertaling van Białe noce van Urszula Honek uit. In het Nederlands getiteld ‘Witte nachten’, een letterlijke vertaling.
Urszula Honek (1987) behoort tot een nieuwe generatie van Poolse schrijvers. Ze komt oorspronkelijk uit Racławice, vlakbij Gorlice. Dat ligt iets ten noorden van het gebergte Beskiden in zuidelijk Polen. Een regio die het decor vormt in haar boek Witte nachten.
Recensie door Tiewen Visser
Wie Witte nachten leest, zal niet verbaasd zijn dat Honek een poëtische achtergrond heeft. Ze schreef verschillende dichtbundels met namen als Sporysz (een graanschimmelziekte genoemd ergot), Pod wezwaniem (onder de roep) en Zimowanie (overwintering). Ze publiceerde ook in verschillende Poolse magazines.
In haar thuisland viel ze meermaals in de prijzen voor haar proza, maar het meest in het oog springend is haar nominatie voor de International Booker Prize 2024, voor de vertaling van Witte nachten door Kate Webster. Het zal om die reden geweest zijn dat de Nederlandse uitgeverij De Bezige Bij haar boek uit 2022 nu ook vertaald heeft in het Nederlands.
Charlotte Pothuizen heeft de vertaling voor haar rekening genomen, waarbij de poëtische vorm mooi is behouden en bovendien sommige typische Poolse zaken zonder voetnoten te gebruiken zijn vertaald. Dat houdt de vaart in het boek, want de lezer hoeft niet steeds te zoeken naar wat een woord betekent, wat soms het geval is in Poolse boeken.
Verhandelbundel of mozaïekvertelling
Witte nachten wordt doorgaans een verhalenbundel genoemd, maar de dertien stukjes proza kun je eigenlijk niet los van elkaar lezen, want er bestaat een verband tussen de verschillende verhalen en personages. Toch kiest Honek ervoor de verhalen steeds vanuit een ander perspectief te vertellen, waardoor elk hoofdstuk zijn eigen ambiance krijgt. ‘Witte nachten is een duistere, lyrische verkenning van de manieren waarop mensen betekenis en verbondenheid zoeken in een vergankelijke wereld’, aldus de jury van de Booker Prize.
Op de Poolse cultuurwebsite Culture.pl lezen we dat Honek een echte filmfanaat is en dat ze houdt van ‘sensuele maar concrete taal’. Het verweven van verschillende personages en vertellingen, die op de een of andere manier met elkaar te maken hebben, zien we de laatste decennia natuurlijk ook veelvuldig in films voorkomen. Honek borduurt hierop voort in de vorm van een soms dromerig en dan weer heel hard en concreet proza.
Het is lastig om de vinger op de stijl van Honek te leggen. In Poolse media wordt ze vergeleken met andere Poolse dichters en schrijvers die de wereld om ons heen omschrijven in een poëtische vorm of in korte verhalen, zoals Małgorzata Rejmer, Dominika Słowik of Andrzej Stasiuk.
Honek hanteert een dromerig en literair proza dat ze in Witte nachten verweeft met soms zeer directe en soms zelfs wat “platte” taal die de dorpsbewoners laat zien zoals ze echt zijn. Thema’s als de dood, eenzaamheid en verlangens spelen een zeer grote rol in Witte nachten. Elk personage gaat op een andere manier om met deze vraagstukken.
“Het belletje” is waarschijnlijk het mooiste hoofdstuk van het boek. Daarin staat het warme gevoel van bij oma (babcia) op bezoek te zijn centraal, waarin veel Poolse lezers zich zullen herkennen. Tegelijkertijd worden er zware thema’s op een sympathieke manier behandeld, waardoor er een interessante wisselwerking tussen verlies en warmte ontstaat. Iets dat in de latere hoofdstukken wel wat op de achtergrond verdwijnt.
Meerdere keren lezen
Hoewel Honek, zoals gezegd, soms zeer direct schrijft en het boek minder dan 200 pagina’s telt, is deze bundel een ontdekkingstocht waarbij je stap voor stap de verhalen leest of het boek zelfs meerdere leesbeurten gunt om alle aparte verhalen aan elkaar te knopen. Zo ontdek je bijvoorbeeld wat er precies aan de hand is met de drie vrienden Piotr, “Piloot” en Andrzej en wat de verhoudingen zijn tussen andere personages zoals Henia en Dorota.
De verhalen zijn niet alleen qua perspectief verschillend, ook de stappen die worden gezet in de tijd maken het in een eerste leesbeurt lastig om alles meteen aan elkaar te knopen. Tel daarbij de zware thema’s als dood, verlies en zelfmoord op, waardoor het geen boek wordt dat je even op het strand leest. Het is wel een boek om rustig op een winteravond pagina voor pagina en woord voor woord tot je te nemen.
Een bekend terugkerend thema in de Poolse cultuur
Al met al is Witte nachten een boek met veel zware thema’s. Thema’s die veel Poolse cultuurmakers niet schuwen. Ook het onderwerp van een slaperig provinciestadje op het platteland of een boerendorpje is vaak verkend in de Poolse cultuur.
Polen van Honeks generatie zijn veelvuldig op zoek naar hun landelijke roots, waardoor er de laatste jaren een beweging is ontstaan in het land waarin het herontdekken van landelijke wortels centraal staat. Dat is deels een ode aan tradities, maar ook aan herinneringen aan hun (groot)ouders die stedelingen zelf hebben gecreëerd.
Toch geeft Honek weer een nieuwe draai aan dit thema door de wereld vanuit een dromerig realistische bril te bekijken en ons daardoor mee te voeren naar een belevingswereld die ons, maar waarschijnlijk ook veel Poolse lezers, niet per se bekend is. Wat Honeks stijl bovendien typeert, is dat ze geen goede of slechte personages neerzet of een bepaald oordeel over hen velt tussen de regels door. De dorpsbewoners worden beschreven zoals ze zijn. Die observerende bril is uniek en vernieuwend.
Daarnaast kiest ze met de Beskiden voor een decor waarin ook dieren, natuur en jaargetijden een rol spelen. Daardoor ontstaat een wisselwerking tussen de pracht van de natuur en de beslommeringen van de bewoners die hard botsen met het decor van bossen, bergen en rivieren. Zo fungeert het landschap niet alleen als achtergrond, maar ook als een stille getuige die de menselijke drama’s tegelijkertijd verkleint en vergroot.