Auschwitz is synoniem geworden voor de Shoah als geheel, dit terwijl de overgrote meerderheid van de Joden reeds was vermoord voordat het kamp Auschwitz ontstond. Deze vaststelling is niet nieuw en terug te vinden in Snyders eerdere Bloedlanden. In Zwarte aarde tracht Snyder aan te tonen dat het juist de situatie van staatloosheid en wetteloosheid was die deze ongekende moordpartij mogelijk maakte. Juist in die zones waar de Sovjetbezetting vooraf ging aan de Duitse bezetting ontstond een situatie van morele leegte, een zwart gat. Nazi-leider Hans Frank, een gepromoveerd jurist, verklaarde: ‘De wet is datgene wat het ras dient en wetteloosheid is datgene wat het ras schaadt.’ Dit nieuwe ethos van nihilistische macht gecombineerd met virulent antisemitisme bleek een dodelijke cocktail. Zwarte aarde duidt in de eerste plaats op deze morele leegte. Verder verwijst het naar de vruchtbare, haast zwarte aarde in Oekraïne en naar de eerste regels van Todesfuge van Paul Celan:
Schwarze Milch der Frühe wir trinken sie abends
wir trinken sie mittags und morgens wir trinken sie nachts
wir trinken und trinken
De ‘oorlog’ tegen de Joden kreeg meer belang, naarmate de oorlog tegen de Sovjetunie minder vlot verliep. De Joods-bolsjewistische mythe die de nazi’s verkondigden bleek daarbij voor vele bewoners aantrekkelijk. De weerzin tegen het communisme kon zo op de Joden worden afgeschoven en door mee te werken aan de uitroeiing van de Joden werd tegelijkertijd afgerekend met de eigen opportunistische houding onder het sovjetregime.
Na de oorlog werd Auschwitz zowel voor de Sovjetunie als voor het postcommunistisch Rusland een opportuun symbool voor de Shoah als geheel. Terwijl tienduizenden Sovjetburgers betrokken waren bij het uitmoorden van de Joden en honderdduizenden getuigen waren van deze eindeloze moordpartijen, maakten zij geen deel uit van de moordmachine in het kamp Auschwitz. Door de mythe van de Grote Vaderlandse Oorlog tegen nazi-Duitsland konden de niet-Joodse burgers afstand nemen van hun medeplichtigheid aan de moord op hun Joodse buren.
De insteek van staatloosheid die Snyder kiest is interessant en vernieuwend. Of het een boek rechtvaardigt van 477 pagina’s is daarentegen de vraag. Dit had allemaal veel korter en helderder gekund. Snyder vliegt geregeld uit de bocht. Vooral in de conclusie maakt hij het bont wanneer hij globalisering, ecocide, klimaatveranderingen, Rwanda, Poetin, moslimfundamentalisme in een groot verhaal wil onderbrengen. Hier vergaloppeert Snyder zich en had een redacteur strenger mogen optreden.